Al snel na het helaas niet voltooien van de winterfietselfstedentocht rijpt bij mij het idee mee te doen aan de MTB elfstedentocht. Het moet mijn vijfde elfstedentocht worden na het wandelen, fietsen, steppen en kajakken. Al heb ik van deelnemers begrepen dat deze MTB tocht wel heel erg zwaar is. Drie dagen lang beulen. Ik vraag me af of het voor mij wel haalbaar is.
Toch haal ik het in het najaar mijn al twintig jaar oude MTB van stal en begin alvast wat te trainen. Rond de stad Groningen blijken tal van oude landwegen en graspaden in het nieuw aangelegde De Onlanden mooie trainingsparcoursen op te leveren.
Tegelijk hou ik de website van de organisator in de gaten: http://mtb-xperience.nl/mountainbike-evenementen. In de loop van het voorjaar worden op deze website een aantal zaken duidelijk. Het wordt na vijf jaar mogelijk de laatste keer dat deze tocht georganiseerd wordt en de tocht wordt ook opengesteld voor individuele deelnemers. Tot nu toe kon je namelijk alleen in teamverband deelnemen. Ook wordt de tocht niet meer zo lang als die van vorig jaar toen de totale afstand 440 kilometer bedroeg.
Het wordt tijd om de knoop door te hakken. Op 11 april geef ik me op als deelnemer. Ik zie ook Frans Wiersema op de lijst staan. De man die ik tegengekomen ben bij de step- en de skeeler-elfstedentochten van 2015. Frans heeft inmiddels vijf verschillende elfstedentochten voltooid. Zelf heb ik er vier gedaan. Ik kan het gat natuurlijk niet te groot laten worden.
Op negen mei van dit jaar schaf ik een nieuwe mountainbike aan. Een 29'er. Een Bull Copperhead. Maar ik ben niet van het vakjargon. Ik ben van de elfstedenkruisjes. Op de nieuwe fiets ga ik echt los en dan rijgen de MTB-kilometers zich aaneen. Met data-analist als vak moet dat natuurlijk resulteren in een grafiek:
Aan het eind zien we het aantal kilometers drastisch oplopen: de MTB elfstedentocht.
Op dertien augustus heb ik de generale repetitie. De veldslag om Norg. Honderd kilometer beuken over bos- en landwegen. Helaas ben ik de dagen ervoor ziek en zijn de omstandigheden door de vele regen erg slecht. Na zo'n 75 kilometer stop ik er mee. Ongelooflijk zere benen. Maar is er niet het gezegde dat als de generale repetitie fout gaat, de finale uitvoering gaat lukken?
Ik train stug door. Vrijdag 19 augustus word ik 58 jaar. Van mijn vriendin krijg ik de ideale rugzak. Lichtgroen. Past perfect. Op 24 augustus nog een rit vanuit huis over grotendeels onverharde Drentse en Groninger wegen. Bijna 62 kilometer.
Vlak voor het begin van de elfstedentocht sta ik op 2600 trainingskilometers en voel ik me gezond genoeg om de slag aan te gaan. Allen wat last van een pees in de linker elleboog. Gevolg van een stevige tocht in de kajak. Oppassen met tillen dus. Vooral van tillen van mountainbikes.
Van vriend Durk hoor ik dat zijn oomzegger Henk Bos ook meedoet. Oersterk volgens Durk. Bos, NOMEN EST OMEN. De Romeinen zeiden het al.
DAG I
Vrijdag 2 september rijd ik naar de IJsherberg in Dokkum om de stempelkaart en nog wat zaken op te halen. Er zitten al een heleboel mensen aan tafeltjes te wachten. Frans Wiersema zit vooraan aan de koffie. We spreken gelijk af samen te fietsen.
Wonderlijk genoeg wordt de balie precies geopend als ik arriveer. Ik sta gelijk vooraan. Helaas geen mooi Merida elfstedentocht wielershirt. Jammer. Wordt nagestuurd, zeggen ze.
Ik rijd gelijk door naar Feanwâlden. Daar parkeer ik mijn auto. Kan ik die vanavond weer oppikken als ik terugfiets van de finishplaats Burgum. Nu vijftien kilometer fietsen naar de startplaats bij de Bonifatiuskapel. Weer naar Dokkum. Windje in de rug. Prachtig weer. Tot nu toe zit alles mee.
Terug in Dokkum pik ik Frans weer op. Onze doelstelling is duidelijk: het kruisje. We zijn beide immers meer gelegenheids-mountainbikers. We gaan onze krachten zo goed mogelijk verdelen om ons doel te halen.
Vanaf twaalf uur worden we gebriefd in de kapel. Ondertussen motregent het eventjes. En om één uur gaan we los voor een etappe van 68 kilometer. In het begin is het flink filerijden over de smalle paadjes en bruggetjes van het Tolhuispark. Was bij de veldslag om Norg nog veel erger. Het gaat dus niet alleen om fietsen op onverharde wegen maar ook om het nemen van hindernissen. Weldra krijgen we meer ruimte en fietsen we wisselend over verharde en onverharde wegen. De onverharde wegen zijn niet al te moeilijk en behoorlijk droog. Ze vormen geen probleem.
Onderweg komen we organisator Fokko Hoeksma tegen. Hij doet dit jaar zelf voor het eerst ook mee. Hij maant ons ook rustig aan te doen. Met een gemiddelde van vijftien kilometer per uur lukt het nog en kun je je krachten goed verdelen.
Al pratend wordt hem duidelijk dat ik de man van het elfstedenregister ben. Zelf heeft hij de tocht een keer gewandeld en nu is MTB'en aan de beurt. Ik beloof hem 's avonds nog aan het register toe te voegen. Hij vertelt ook over alle moeilijkheden die ze elk jaar ondervinden bij het organiseren van de tocht. Alles draait om vergunningen die maar niet komen. Bedankt Fokko en alle anderen.
Hij wordt vergezeld door een mooie jonge blonde dame. Haar naam is Joke van der Ploeg vind ik later uit. We komen haar later nog herhaaldelijk tegen. We blijken ook steeds in het gezelschap van ongeveer hetzelfde groepje mensen te zitten. We zitten duidelijk in de achterhoede maar wel op koers. Wel fietsen we af en toe verkeerd. Koersen op een GSM blijkt niet altijd even eenvoudig.
Wat betreft het parcours vormt voor mij het gebied rond De Falom en de Grote Wielen het hoogtepunt. Prachtig weer, mooie onverharde paden en geweldige uitzichten. Wel stuiten we op een geheime stempelpost of eigenlijk een streepjespost naast een smal metalen gelegenheidsbruggetje dat toegang geeft tot de rest van de route.
O ja, ook leuk om dwars door een stal te fietsen al maak ik me wel zorgen om een paar koeien die zich rot lijken te schrikken en bijna uitglijden in hun eigen stront. Verder vandaag weinig hekken waar de fiets overheen getild moet worden. Mijn linker elleboog houdt zich best. Wel zien we best veel lekke banden.
We komen even na vijven fit aan in Burgum. Iets meer dan zeventig kilometer op de teller. Ik meld me af en fiets gelijk door naar Feanwâlden. Fiets weer in de auto en gelijk door naar huis in Groningen. Thuis de fiets nog even schoonborstelen. Veel hoeft er niet te gebeuren. Dan flink aan de koolhydraten, rugzak weer klaarmaken en vroeg naar bed. Ik moet kwart voor zes opstaan om op tijd in Feanwâlden te zijn.
Op Youtube nog een leuk filmpje. Op1:00 zijn Frans en ik op de rug zichtbaar.
DAG II
Vroeg wakker en niet echt goed geslapen. Dan in volle vaart naar Feanwâlden. Daar pak ik mijn spullen en leg ik de autosleutel onder de motorkap. Mijn vriendin kan die motorkap dan weer openen met de reservesleutel. Hebben we nog flink op geoefend. Dan fiets ik ruim vijf kilometer naar de start waar ik Frans weer oppik. Hij heeft overnacht in een slaapzaal en vrijwel geen oog dicht gedaan ondanks de Ohropax.
De route loopt eerst terug naar het noorden. Onderweg worden we nog voorbijgesneld door een frêle, donkere dame. Een Spaanse triatlete met de welluidende naam Eugenia Pocoroba. Ontdek ik na de tocht.
Voorbij Feanwâlden pikken we de Sintrale As op. Het asfalt ligt er al maar de weg is nog niet geopend.
Op het plaatje het bovenste stuk van de rode route. Leuk idee om hier langs te fietsen.
De route blijkt een onverwachts nadeel te hebben als een groep ons achteropkomt. Het blijkt om de bus te gaan. We zitten bij de hekkensluiters van het peloton. De buschauffeur - naam gelukkig al weer kwijt - maant ons flink door te fietsen. Anders is de volgende verversingspost mogelijk al opgeruimd. Het lijkt allemaal in tegenspraak met wat Fokko ons gisteren vertelde. Het werkt mij in ieder geval behoorlijk op mijn zenuwen. Geeft een opgejaagd gevoel.
Bij Drachten komen we voor het eerst op de nieuwe MTB route van Beetsterzwaag. Single track in het jargon van de buschauffeur. Smalle paadjes en heuvel op en af. Gevaarlijk. Vergt stuurmanskunst die ik niet echt heb. Volgens mijn schoonvader - tijdig ingeseind - die vlak bij dit eerste stuk woont, lopen er drie paden naast elkaar: de single track, een schelpenpaadje en een asfaltpad. Volgens hem fietsten er op alle drie mountainbikers. We noemen geen namen. Ik heb me aan de route gehouden en mij had hij natuurlijk niet gezien.
We vervolgen de MTB route van Beetsterzwaag en arriveren bij de verversingspost . Deze blijkt ondanks het dreigement van de buschauffeur niet opgeruimd. Even flink vreten en dan het technische stuk van de route op. Hier zijn we al blij als we acht kilometer per uur halen. Verschillende mensen gaan ongenadig onderuit. Ook Frans valt. Gelukkig valt het mee. Na de tocht hoor ik dat iemand hier recentelijk een dwarslaesie heeft opgelopen.
Mij levert deze route flinke pijn in mijn onderrug op. Ik schrik er van. Gisteren geen last van gehad. Gelukkig zakt de pijn weer af als we op gemakkelijkere stukken komen. En zo zal het steeds gaan tijdens de rest van de tocht.
Tegen het eind van deze technische route komen we achter de stevige billen van een donkerharige jongedame te zitten. Wel op een MTB gezeten maar ze blijkt helemaal niet mee te doen. Ze heeft geen idee dat er een elfstedentocht gaande is. We brengen haar op de hoogte. Ze verdwijnt uit beeld als ze afslaat richting Lippenhuizen.
Nog een lange landweg en we komen op verharde wegen richting Sneek. Wel stevige tegenwind. Tijd voor de waaier. Vlak voor Oldeboorn pikken we twee dames op. We zijn nu ongeveer halverwege. Bij Terherne hebben we al een flinke groep, aangevoerd door een kerel met bovenbenen waar een olifant jaloers op zou zijn. Mountainbiken lijkt toch vooral een krachtsport. Bij Terherne moet Frans overhaast naar het toilet. Later horen we dat er meer mensen met diarree kampen. Iets met het eten in Burgum?
Direct komen we bij de openstaande brug twee jonge kerels achterop. Eén ervan ziet zo bleek als een vaatdoek. Ook aan de diarree. Even later, na het veerpontje over de Noarder Âlde Wiel geeft hij op. Sneu. We komen daar Fokko ook weer tegen met Joke, de blonde jongedame van gisteren. Ik meld hem nog dat er mogelijk iets met het eten geweest, gezien de diarreeklachten. Hij heeft er nog niets van gehoord, maar de mensen van de verversingpost blijken wel op de hoogte. Weinig aan te doen.
Foto: 11steden MTB marathon
Na nog wat landwegen komen we Sneek binnen. 113 kilometer afgelegd. Hier krijgen we eindelijk ons eerste stempel. Bij de waterpoort. En gelijk de tweede voor IJlst. Om in deze stad te komen volgen we een schelpenpaadje langs de Geeuw, ons bekend van de wandel-elfstedentocht. Niet moeilijk. Dan de lange rechte weg richting Tjerkgaast tot aan de boerderij van boer Bouma. Hier mogen we net als bij de wandel-elfstedentocht een stuk door het land. Verkort de weg naar Sloten waar we weer moeten stempelen. Stempel drie.
Na Sloten gaan we over verschillende bospaadjes en landweggetjes naar de volgende verversingspost aan de Jan Jurjenssingel. We treffen Fokko weer. Weer in gezelschap van Joke. Na deze verversingspost volgt er nog flinke tijdrit over slingerende bospaadjes. We zijn er niet op uit om een snelle tijd neer te zetten maar het gaat een stuk vlotter dan de single track route in Beetsterzwaag. We hebben trouwens de buschauffeur al een hele tijd niet meer gezien. Deze tijdrit eindigt pas bij Laaksum.
Het stuk met stevige tegenwind langs de dijk naar Stavoren is dan al begonnen. We beginnen de benen te voelen, maar we hebben in ons achterhoofd dat we dezelfde wind in de rug hebben vanaf Stavoren. Ook de klim naar het Rodeklif deert ons niet meer: leaver dea as slaaf.
In Stavoren staat mijn vriendin op de brug foto's te nemen. Op de foto Frans linksvoor en ik rechtsachter. Van de andere twee MTB'ers weet ik de namen niet.
Direct over de brug moeten we stempelen. Stempel vier.
Margriet, mijn vriendin, heeft een pension geboekt in Stavoren. Hier gaan we overnachten. Wij moeten nog even door langs de dijk naar Molkwerum met een stevige wind in de rug. Hier pikt ze mij dan op. We arriveren even na half zeven bij de camping. De finish. Bijna 190 kilometer op de teller. Paar keer verkeerd gefietst.
Mijn vriendin staat klaar met de auto. Even later zit ik in het pension in Stavoren. Even douchen en bijkomen en vervolgens een maaltijd van de Coop naar binnen werken. Als ik de fiets - zo goed als schoon - aan het uitladen ben, staat plotseling de Bamboe Boy naast me. Zo hebben Frans en ik de man genoemd die op een MTB gemaakt van bamboe rondfietst. Of hij bij mij kan stempelen. Nou nee, dat moet over de brug. Later op de kamer horen we nog een groepje van vier voorbijkomen, twee mannen en twee vrouwen. Hebben het nog makkelijk gered voor acht uur.
Later vind ik uit dat de Bamboe Boy Joep van Ginderen heet. Via zijn website brengt hij bamboefietsen aan de man.
Ik zet alles klaar voor de volgende dag. Er wordt herfstachtig weer verwacht met veel wind en af en toe buien. Wel veelal de wind in de rug. Moet lukken. Ik besluit mijn dure Goretex shirt te dragen. Speciaal gekocht in Canada. Winddicht en houdt de regen tegen.
DAG III
Zes uur wakker. Het zit me wel wat in de benen maar het valt mee. Het weer zier er inderdaad herfstachtig uit. Veel wind maar vooraleer droog. Rond zeven uur fiets ik naar Molkwerum. De wind komt uit zuid-zuidoostelijke richting. Rugwind. Lekker losdraaien.
Juistop het moment dat ik arriveer start een eerste hoosbui. Zo erg dat de start wordt uitgesteld tot pakweg tien voor acht. Bij de start krijgen we ook het stempel van Hindeloopen. Stempel vijf.
Er wordt ons op het hart gedrukt niet te hard te fietsen. De stempelpost in Bolsward is pas om kwart over negen open. Eenmaal op pad gaat het toch weer hard. Wind in de rug. Wat wil je. Vlak voor Hindeloopen gaan we de dijk op. Er is ons gezegd dat lopend te doen. Goede kans dat anders de ketting knapt.
Vervolgens fietsen door de schapenstront en klauteren over talloze hekken. Het lijkt soms ook een race om zo snel mogelijk bij het volgende hek te komen. Kun je er als eerste je fiets overheen gooien. Mannen met opengesperde ogen.
Na veel dijkkilometers met ook veel schapenstront arriveren we in Workum. Stempel zes. Frans zijn vrouw staat hier op ons te wachten. Ze krijgt geen hand van mij. Mijn fietshandschoenen zijn domweg te vies. Na Workum volgen we eerst een landweggetje met hele smalle bruggetjes. Elke keer afstappen. Weer een hindernisroute.
Daarna weer een stuk over de dijk met nog meer stront en dan nog een landweg bij Parrega. Richting Bolsward waar de verversingspost is. We verversen flink en krijgen stempel zeven. Fokko is er ook weer. Zijn teamgenoot Joke zie ik even niet. Er zijn wat weinig bakjes. Ik krijg macaroni in het bakje van iemand anders. Goed bedoeld maar gezien de diarreeperikelen van gisteren lijkt het me geen goed idee.
Hier krijg ik mijn stempel:
Foto Ton Visser (TV Bolsward)
Na Bolsward moeten we via de bolwerken eerst terug naar Tjerkwerd en daarna over allerlei landwegen of gewoon door het land over het gras met veel tegenwind richting Makkum. De regen van afgelopen nacht heeft landwegen en land flink sompig gemaakt. Het is zwaar fietsen.
Op het bolwerk van Bolsward, Frans Wiersema links:
Foto Ton Visser (TV Bolsward)
Tot nu toe hebben we één korte bui gehad maar bij Witmarsum worden we overvallen door een zeer stevig exemplaar. Precies op dat moment moeten we het land weer in. Alle hekken dicht. De vrouw van de laatste foto kan haar fiets niet over die hekken tillen. Gelukkig heeft ze een grote, sterke kerel bij zich.
De Bamboe Boy duikt ook weer op. Nog even met hem gepraat. De bamboe blijkt uit Afrika te komen. Vlak voordat we bij de zeedijk arriveren krijgt hij problemen met zijn fiets. Wij moeten over de fietsbrug klauteren. Fiets op de schouder. Snelweg over. We fietsen vanaf Zurich achter de dijk langs naar Harlingen. Harde wind in de rug. Geen gesloten hekken. Alleen roosters. De vaart komt er in. Vlak voor Harlingen opnieuw verversen en stempelen. Stempel acht. Opnieuw Fokko. Net als wij in de achterhoede kennelijk.
Na Harlingen weer allerlei landwegen. Redelijk begaanbaar. Er komen wat mensen terug. Een ongeluk, roept iemand. Bij een valpartij is bij een deelneemster - volgens mij Nynke Bouma - een vinger uit de kom geschoten. Hopelijk allemaal goed afgelopen. Ik denk niet dat ze zo de tocht heeft kunnen uitrijden. Sneu toch weer.
Even verderop komen we iemand tegen die bezig is zijn kleren uit te wringen. Een onverwachte kuil leidde tot een snoekduik. Kopje onder. Kop erbij op dit laatste stuk.
Vlak voor Franeker passeren we de Slachtebrug. Heel steil. Allemaal afstappen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand daar met een MTB overheen komt. In ons groepje gaat iedereen ook weer schuifelend naar beneden. Dan zijn we weldra in Franeker. Stempel negen. We horen hier dat de volgende stempelpost niet in Leeuwarden is maar in Wijns bij het veerpontje. Daar is ook weer een verversingspost. Bunkeren en weer verder.
Dan komt het slechtste stuk van de hele route. Landwegen over de Friese klei. Blubber en nattigheid. Ik heb verscheidene stukken lopend moeten doen. Één keer maar schuin over het land gefietst om alle bagger te ontlopen. Dan de fiets weer over een hek. Dubbel hek deze keer. De fietsen zijn nu zo zwaar dat we ze er nauwelijks overheen kunnen tillen. Zelf zitten we inmiddels ook onder de modder. Frans is er van overtuigd dat de boer een webcam heeft gemonteerd en dat de hele familie zich nu rot zit te lachen om al die malloten. En ó mijn onderrug.
Bij Ried komen we eindelijk op het schelpenpaadje naar Berlikum. Kennen we van de wandel-elfstedentocht. Wel worden we nu ook nog bestookt met schelpen die van de banden spatten. Toch is het leed vanaf hier grotendeels geleden.
We worden nog ingehaald door twee sterke kerels. De voorste zegt er doorheen te zitten en verdwijnt vervolgens met groot verzet uit beeld. Langs allerlei leuke paadjes arriveren we in Leeuwarden waar we tot Frans zijn grote verontwaardiging niet hoeven te stempelen. Klein leed vergeleken bij alle blubber.
Als we Leeuwarden uit fietsen zien we de Bamboe Boy weer, samen met Joke, nu zonder Fokko. Zij heeft een lekke band en hij helpt haar. Dat is nog eens een kerel. Wij snellen Leeuwarden uit en passeren de brug over de Bonkevaart. Vervolgens Snakkerburen. Ik voel mijn fiets even wegglijden maar weet rechtop te blijven. Oppassen geblazen. Op het Wynsumer binnenpaad ga ik in een laatste bocht echt onderuit. Een flinke schuiver en een geschaafde knie. Het valt nog mee. Ik spoel de wond schoon bij het veerpontje. Hier krijgen we ook het stempel voor Leeuwarden. Stempel nummer tien. En de laatste verversingspost.
Vlug wat broodjes naar binnen werken en met pontje over. Op de pont wil iemand niet echt geloven dat het nog maar vijftien kilometer zou zijn. Hij vreest nog tien kilometer door de blubber. Ik weet beter. De route goed verkend. We hebben nu de wind in de rug en zetten de sokken erin. We racen over het bruggetje van Bartlehiem. Deze heiligste plaats van de elfstedentocht geeft ons nieuwe kracht: it brûzet ús troch de bealch.
Bij Tichelwurk informeer ik mijn vriendin dat we er aan komen. Frans apt zijn vrouw en ouders. We racen door. Weldra komt de bekende watertoren van Dokkum in beeld. Ik fiets bij het binnenkomen van de stad waarachtig nog verkeerd. Ik raak Frans zowaar even kwijt maar dat komt net op tijd weer goed.
Op het Dokkumer Bolwerk hoor ik nog iemand zeggen: "De laatste der Mohikanen". We kunnen er om lachen. We zijn in de achterhoede gefinisht maar samen wel goed voor elf elfstedentochten. Frans heeft gefietst, geschaatst, gewandeld, gestept, geskeelerd en gemountainbiked. Zelf heb ik gefietst, gekajakt, gewandeld, gestept en gemountainbiked. We zijn bepaald geen one-trick-ponies.
In mijn elfstedenregister zie ik dat deelnemers Gerben van Houten en Stephan Rekker - voorzitter van de fietselfstedentocht - zes respectievelijk, vijf verschillende tochten hebben gedaan. Knap. Fred Borchers heeft er vier gedaan. Danny de Graaf, Chris-Pieter Veenstra, Foeke van der Veen en Philippe van Nieuwenborgh zijn goed voor drie stuks elk. Er zullen er nog wel meer zijn maar die zijn me nu nog onbekend.
Half vijf zijn we dan eindelijk bij de finish. De dagteller staat op 142 kilometer. Totaal met de aanrijkilometers 431 kilometer afgelegd. Onder de modder en met een bebloede knie maar nog redelijk fit.
Mijn vriendin en Frans zijn familie stonden bij elkaar maar hadden geen idee dat ze op dezelfde personen stonden te wachten. We krijgen zonder controle onze kruisjes en een tegel. Fokko Hoeksma staat er ook net. Ik schud hem de hand en bedank hem voor de organisatie. En alle andere betrokkenen natuurlijk.
Het laatste stempel krijgen we niet. Het stempel is zoek. Het maakt me allemaal niet uit. Tijd om naar de auto te lopen en de douche op te zoeken. Lopend over de bolwerken van Dokkum zien we de Bamboe Boy en Joke aankomen. Ook gehaald dus.
Nog een mooi filmpje op Youtube.
Frans zie ik vast weer bij een volgende elfstedentocht. Waarschijnlijk op 5 februari bij de winterelfstedentocht.
Voor mensen die de tocht ook hebben afgelegd, bezoek het elfsteden-register: http://www.walmar.nl/elfsteden.asp?mountainbiken=ja om je in te schrijven of je gegevens bij te werken
Toch haal ik het in het najaar mijn al twintig jaar oude MTB van stal en begin alvast wat te trainen. Rond de stad Groningen blijken tal van oude landwegen en graspaden in het nieuw aangelegde De Onlanden mooie trainingsparcoursen op te leveren.
Tegelijk hou ik de website van de organisator in de gaten: http://mtb-xperience.nl/mountainbike-evenementen. In de loop van het voorjaar worden op deze website een aantal zaken duidelijk. Het wordt na vijf jaar mogelijk de laatste keer dat deze tocht georganiseerd wordt en de tocht wordt ook opengesteld voor individuele deelnemers. Tot nu toe kon je namelijk alleen in teamverband deelnemen. Ook wordt de tocht niet meer zo lang als die van vorig jaar toen de totale afstand 440 kilometer bedroeg.
Het wordt tijd om de knoop door te hakken. Op 11 april geef ik me op als deelnemer. Ik zie ook Frans Wiersema op de lijst staan. De man die ik tegengekomen ben bij de step- en de skeeler-elfstedentochten van 2015. Frans heeft inmiddels vijf verschillende elfstedentochten voltooid. Zelf heb ik er vier gedaan. Ik kan het gat natuurlijk niet te groot laten worden.
Op negen mei van dit jaar schaf ik een nieuwe mountainbike aan. Een 29'er. Een Bull Copperhead. Maar ik ben niet van het vakjargon. Ik ben van de elfstedenkruisjes. Op de nieuwe fiets ga ik echt los en dan rijgen de MTB-kilometers zich aaneen. Met data-analist als vak moet dat natuurlijk resulteren in een grafiek:
Aan het eind zien we het aantal kilometers drastisch oplopen: de MTB elfstedentocht.
Op dertien augustus heb ik de generale repetitie. De veldslag om Norg. Honderd kilometer beuken over bos- en landwegen. Helaas ben ik de dagen ervoor ziek en zijn de omstandigheden door de vele regen erg slecht. Na zo'n 75 kilometer stop ik er mee. Ongelooflijk zere benen. Maar is er niet het gezegde dat als de generale repetitie fout gaat, de finale uitvoering gaat lukken?
Ik train stug door. Vrijdag 19 augustus word ik 58 jaar. Van mijn vriendin krijg ik de ideale rugzak. Lichtgroen. Past perfect. Op 24 augustus nog een rit vanuit huis over grotendeels onverharde Drentse en Groninger wegen. Bijna 62 kilometer.
Vlak voor het begin van de elfstedentocht sta ik op 2600 trainingskilometers en voel ik me gezond genoeg om de slag aan te gaan. Allen wat last van een pees in de linker elleboog. Gevolg van een stevige tocht in de kajak. Oppassen met tillen dus. Vooral van tillen van mountainbikes.
Van vriend Durk hoor ik dat zijn oomzegger Henk Bos ook meedoet. Oersterk volgens Durk. Bos, NOMEN EST OMEN. De Romeinen zeiden het al.
DAG I
Vrijdag 2 september rijd ik naar de IJsherberg in Dokkum om de stempelkaart en nog wat zaken op te halen. Er zitten al een heleboel mensen aan tafeltjes te wachten. Frans Wiersema zit vooraan aan de koffie. We spreken gelijk af samen te fietsen.
Wonderlijk genoeg wordt de balie precies geopend als ik arriveer. Ik sta gelijk vooraan. Helaas geen mooi Merida elfstedentocht wielershirt. Jammer. Wordt nagestuurd, zeggen ze.
Ik rijd gelijk door naar Feanwâlden. Daar parkeer ik mijn auto. Kan ik die vanavond weer oppikken als ik terugfiets van de finishplaats Burgum. Nu vijftien kilometer fietsen naar de startplaats bij de Bonifatiuskapel. Weer naar Dokkum. Windje in de rug. Prachtig weer. Tot nu toe zit alles mee.
Terug in Dokkum pik ik Frans weer op. Onze doelstelling is duidelijk: het kruisje. We zijn beide immers meer gelegenheids-mountainbikers. We gaan onze krachten zo goed mogelijk verdelen om ons doel te halen.
Vanaf twaalf uur worden we gebriefd in de kapel. Ondertussen motregent het eventjes. En om één uur gaan we los voor een etappe van 68 kilometer. In het begin is het flink filerijden over de smalle paadjes en bruggetjes van het Tolhuispark. Was bij de veldslag om Norg nog veel erger. Het gaat dus niet alleen om fietsen op onverharde wegen maar ook om het nemen van hindernissen. Weldra krijgen we meer ruimte en fietsen we wisselend over verharde en onverharde wegen. De onverharde wegen zijn niet al te moeilijk en behoorlijk droog. Ze vormen geen probleem.
Onderweg komen we organisator Fokko Hoeksma tegen. Hij doet dit jaar zelf voor het eerst ook mee. Hij maant ons ook rustig aan te doen. Met een gemiddelde van vijftien kilometer per uur lukt het nog en kun je je krachten goed verdelen.
Al pratend wordt hem duidelijk dat ik de man van het elfstedenregister ben. Zelf heeft hij de tocht een keer gewandeld en nu is MTB'en aan de beurt. Ik beloof hem 's avonds nog aan het register toe te voegen. Hij vertelt ook over alle moeilijkheden die ze elk jaar ondervinden bij het organiseren van de tocht. Alles draait om vergunningen die maar niet komen. Bedankt Fokko en alle anderen.
Hij wordt vergezeld door een mooie jonge blonde dame. Haar naam is Joke van der Ploeg vind ik later uit. We komen haar later nog herhaaldelijk tegen. We blijken ook steeds in het gezelschap van ongeveer hetzelfde groepje mensen te zitten. We zitten duidelijk in de achterhoede maar wel op koers. Wel fietsen we af en toe verkeerd. Koersen op een GSM blijkt niet altijd even eenvoudig.
Wat betreft het parcours vormt voor mij het gebied rond De Falom en de Grote Wielen het hoogtepunt. Prachtig weer, mooie onverharde paden en geweldige uitzichten. Wel stuiten we op een geheime stempelpost of eigenlijk een streepjespost naast een smal metalen gelegenheidsbruggetje dat toegang geeft tot de rest van de route.
O ja, ook leuk om dwars door een stal te fietsen al maak ik me wel zorgen om een paar koeien die zich rot lijken te schrikken en bijna uitglijden in hun eigen stront. Verder vandaag weinig hekken waar de fiets overheen getild moet worden. Mijn linker elleboog houdt zich best. Wel zien we best veel lekke banden.
We komen even na vijven fit aan in Burgum. Iets meer dan zeventig kilometer op de teller. Ik meld me af en fiets gelijk door naar Feanwâlden. Fiets weer in de auto en gelijk door naar huis in Groningen. Thuis de fiets nog even schoonborstelen. Veel hoeft er niet te gebeuren. Dan flink aan de koolhydraten, rugzak weer klaarmaken en vroeg naar bed. Ik moet kwart voor zes opstaan om op tijd in Feanwâlden te zijn.
Op Youtube nog een leuk filmpje. Op1:00 zijn Frans en ik op de rug zichtbaar.
DAG II
Vroeg wakker en niet echt goed geslapen. Dan in volle vaart naar Feanwâlden. Daar pak ik mijn spullen en leg ik de autosleutel onder de motorkap. Mijn vriendin kan die motorkap dan weer openen met de reservesleutel. Hebben we nog flink op geoefend. Dan fiets ik ruim vijf kilometer naar de start waar ik Frans weer oppik. Hij heeft overnacht in een slaapzaal en vrijwel geen oog dicht gedaan ondanks de Ohropax.
De route loopt eerst terug naar het noorden. Onderweg worden we nog voorbijgesneld door een frêle, donkere dame. Een Spaanse triatlete met de welluidende naam Eugenia Pocoroba. Ontdek ik na de tocht.
Voorbij Feanwâlden pikken we de Sintrale As op. Het asfalt ligt er al maar de weg is nog niet geopend.
Op het plaatje het bovenste stuk van de rode route. Leuk idee om hier langs te fietsen.
De route blijkt een onverwachts nadeel te hebben als een groep ons achteropkomt. Het blijkt om de bus te gaan. We zitten bij de hekkensluiters van het peloton. De buschauffeur - naam gelukkig al weer kwijt - maant ons flink door te fietsen. Anders is de volgende verversingspost mogelijk al opgeruimd. Het lijkt allemaal in tegenspraak met wat Fokko ons gisteren vertelde. Het werkt mij in ieder geval behoorlijk op mijn zenuwen. Geeft een opgejaagd gevoel.
Bij Drachten komen we voor het eerst op de nieuwe MTB route van Beetsterzwaag. Single track in het jargon van de buschauffeur. Smalle paadjes en heuvel op en af. Gevaarlijk. Vergt stuurmanskunst die ik niet echt heb. Volgens mijn schoonvader - tijdig ingeseind - die vlak bij dit eerste stuk woont, lopen er drie paden naast elkaar: de single track, een schelpenpaadje en een asfaltpad. Volgens hem fietsten er op alle drie mountainbikers. We noemen geen namen. Ik heb me aan de route gehouden en mij had hij natuurlijk niet gezien.
We vervolgen de MTB route van Beetsterzwaag en arriveren bij de verversingspost . Deze blijkt ondanks het dreigement van de buschauffeur niet opgeruimd. Even flink vreten en dan het technische stuk van de route op. Hier zijn we al blij als we acht kilometer per uur halen. Verschillende mensen gaan ongenadig onderuit. Ook Frans valt. Gelukkig valt het mee. Na de tocht hoor ik dat iemand hier recentelijk een dwarslaesie heeft opgelopen.
Mij levert deze route flinke pijn in mijn onderrug op. Ik schrik er van. Gisteren geen last van gehad. Gelukkig zakt de pijn weer af als we op gemakkelijkere stukken komen. En zo zal het steeds gaan tijdens de rest van de tocht.
Tegen het eind van deze technische route komen we achter de stevige billen van een donkerharige jongedame te zitten. Wel op een MTB gezeten maar ze blijkt helemaal niet mee te doen. Ze heeft geen idee dat er een elfstedentocht gaande is. We brengen haar op de hoogte. Ze verdwijnt uit beeld als ze afslaat richting Lippenhuizen.
Nog een lange landweg en we komen op verharde wegen richting Sneek. Wel stevige tegenwind. Tijd voor de waaier. Vlak voor Oldeboorn pikken we twee dames op. We zijn nu ongeveer halverwege. Bij Terherne hebben we al een flinke groep, aangevoerd door een kerel met bovenbenen waar een olifant jaloers op zou zijn. Mountainbiken lijkt toch vooral een krachtsport. Bij Terherne moet Frans overhaast naar het toilet. Later horen we dat er meer mensen met diarree kampen. Iets met het eten in Burgum?
Direct komen we bij de openstaande brug twee jonge kerels achterop. Eén ervan ziet zo bleek als een vaatdoek. Ook aan de diarree. Even later, na het veerpontje over de Noarder Âlde Wiel geeft hij op. Sneu. We komen daar Fokko ook weer tegen met Joke, de blonde jongedame van gisteren. Ik meld hem nog dat er mogelijk iets met het eten geweest, gezien de diarreeklachten. Hij heeft er nog niets van gehoord, maar de mensen van de verversingpost blijken wel op de hoogte. Weinig aan te doen.
Foto: 11steden MTB marathon
Na nog wat landwegen komen we Sneek binnen. 113 kilometer afgelegd. Hier krijgen we eindelijk ons eerste stempel. Bij de waterpoort. En gelijk de tweede voor IJlst. Om in deze stad te komen volgen we een schelpenpaadje langs de Geeuw, ons bekend van de wandel-elfstedentocht. Niet moeilijk. Dan de lange rechte weg richting Tjerkgaast tot aan de boerderij van boer Bouma. Hier mogen we net als bij de wandel-elfstedentocht een stuk door het land. Verkort de weg naar Sloten waar we weer moeten stempelen. Stempel drie.
Na Sloten gaan we over verschillende bospaadjes en landweggetjes naar de volgende verversingspost aan de Jan Jurjenssingel. We treffen Fokko weer. Weer in gezelschap van Joke. Na deze verversingspost volgt er nog flinke tijdrit over slingerende bospaadjes. We zijn er niet op uit om een snelle tijd neer te zetten maar het gaat een stuk vlotter dan de single track route in Beetsterzwaag. We hebben trouwens de buschauffeur al een hele tijd niet meer gezien. Deze tijdrit eindigt pas bij Laaksum.
Het stuk met stevige tegenwind langs de dijk naar Stavoren is dan al begonnen. We beginnen de benen te voelen, maar we hebben in ons achterhoofd dat we dezelfde wind in de rug hebben vanaf Stavoren. Ook de klim naar het Rodeklif deert ons niet meer: leaver dea as slaaf.
In Stavoren staat mijn vriendin op de brug foto's te nemen. Op de foto Frans linksvoor en ik rechtsachter. Van de andere twee MTB'ers weet ik de namen niet.
Direct over de brug moeten we stempelen. Stempel vier.
Margriet, mijn vriendin, heeft een pension geboekt in Stavoren. Hier gaan we overnachten. Wij moeten nog even door langs de dijk naar Molkwerum met een stevige wind in de rug. Hier pikt ze mij dan op. We arriveren even na half zeven bij de camping. De finish. Bijna 190 kilometer op de teller. Paar keer verkeerd gefietst.
Mijn vriendin staat klaar met de auto. Even later zit ik in het pension in Stavoren. Even douchen en bijkomen en vervolgens een maaltijd van de Coop naar binnen werken. Als ik de fiets - zo goed als schoon - aan het uitladen ben, staat plotseling de Bamboe Boy naast me. Zo hebben Frans en ik de man genoemd die op een MTB gemaakt van bamboe rondfietst. Of hij bij mij kan stempelen. Nou nee, dat moet over de brug. Later op de kamer horen we nog een groepje van vier voorbijkomen, twee mannen en twee vrouwen. Hebben het nog makkelijk gered voor acht uur.
Later vind ik uit dat de Bamboe Boy Joep van Ginderen heet. Via zijn website brengt hij bamboefietsen aan de man.
Ik zet alles klaar voor de volgende dag. Er wordt herfstachtig weer verwacht met veel wind en af en toe buien. Wel veelal de wind in de rug. Moet lukken. Ik besluit mijn dure Goretex shirt te dragen. Speciaal gekocht in Canada. Winddicht en houdt de regen tegen.
DAG III
Zes uur wakker. Het zit me wel wat in de benen maar het valt mee. Het weer zier er inderdaad herfstachtig uit. Veel wind maar vooraleer droog. Rond zeven uur fiets ik naar Molkwerum. De wind komt uit zuid-zuidoostelijke richting. Rugwind. Lekker losdraaien.
Juistop het moment dat ik arriveer start een eerste hoosbui. Zo erg dat de start wordt uitgesteld tot pakweg tien voor acht. Bij de start krijgen we ook het stempel van Hindeloopen. Stempel vijf.
Er wordt ons op het hart gedrukt niet te hard te fietsen. De stempelpost in Bolsward is pas om kwart over negen open. Eenmaal op pad gaat het toch weer hard. Wind in de rug. Wat wil je. Vlak voor Hindeloopen gaan we de dijk op. Er is ons gezegd dat lopend te doen. Goede kans dat anders de ketting knapt.
Vervolgens fietsen door de schapenstront en klauteren over talloze hekken. Het lijkt soms ook een race om zo snel mogelijk bij het volgende hek te komen. Kun je er als eerste je fiets overheen gooien. Mannen met opengesperde ogen.
Na veel dijkkilometers met ook veel schapenstront arriveren we in Workum. Stempel zes. Frans zijn vrouw staat hier op ons te wachten. Ze krijgt geen hand van mij. Mijn fietshandschoenen zijn domweg te vies. Na Workum volgen we eerst een landweggetje met hele smalle bruggetjes. Elke keer afstappen. Weer een hindernisroute.
Daarna weer een stuk over de dijk met nog meer stront en dan nog een landweg bij Parrega. Richting Bolsward waar de verversingspost is. We verversen flink en krijgen stempel zeven. Fokko is er ook weer. Zijn teamgenoot Joke zie ik even niet. Er zijn wat weinig bakjes. Ik krijg macaroni in het bakje van iemand anders. Goed bedoeld maar gezien de diarreeperikelen van gisteren lijkt het me geen goed idee.
Hier krijg ik mijn stempel:
Foto Ton Visser (TV Bolsward)
Na Bolsward moeten we via de bolwerken eerst terug naar Tjerkwerd en daarna over allerlei landwegen of gewoon door het land over het gras met veel tegenwind richting Makkum. De regen van afgelopen nacht heeft landwegen en land flink sompig gemaakt. Het is zwaar fietsen.
Op het bolwerk van Bolsward, Frans Wiersema links:
Foto Ton Visser (TV Bolsward)
Tot nu toe hebben we één korte bui gehad maar bij Witmarsum worden we overvallen door een zeer stevig exemplaar. Precies op dat moment moeten we het land weer in. Alle hekken dicht. De vrouw van de laatste foto kan haar fiets niet over die hekken tillen. Gelukkig heeft ze een grote, sterke kerel bij zich.
De Bamboe Boy duikt ook weer op. Nog even met hem gepraat. De bamboe blijkt uit Afrika te komen. Vlak voordat we bij de zeedijk arriveren krijgt hij problemen met zijn fiets. Wij moeten over de fietsbrug klauteren. Fiets op de schouder. Snelweg over. We fietsen vanaf Zurich achter de dijk langs naar Harlingen. Harde wind in de rug. Geen gesloten hekken. Alleen roosters. De vaart komt er in. Vlak voor Harlingen opnieuw verversen en stempelen. Stempel acht. Opnieuw Fokko. Net als wij in de achterhoede kennelijk.
Na Harlingen weer allerlei landwegen. Redelijk begaanbaar. Er komen wat mensen terug. Een ongeluk, roept iemand. Bij een valpartij is bij een deelneemster - volgens mij Nynke Bouma - een vinger uit de kom geschoten. Hopelijk allemaal goed afgelopen. Ik denk niet dat ze zo de tocht heeft kunnen uitrijden. Sneu toch weer.
Even verderop komen we iemand tegen die bezig is zijn kleren uit te wringen. Een onverwachte kuil leidde tot een snoekduik. Kopje onder. Kop erbij op dit laatste stuk.
Vlak voor Franeker passeren we de Slachtebrug. Heel steil. Allemaal afstappen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand daar met een MTB overheen komt. In ons groepje gaat iedereen ook weer schuifelend naar beneden. Dan zijn we weldra in Franeker. Stempel negen. We horen hier dat de volgende stempelpost niet in Leeuwarden is maar in Wijns bij het veerpontje. Daar is ook weer een verversingspost. Bunkeren en weer verder.
Dan komt het slechtste stuk van de hele route. Landwegen over de Friese klei. Blubber en nattigheid. Ik heb verscheidene stukken lopend moeten doen. Één keer maar schuin over het land gefietst om alle bagger te ontlopen. Dan de fiets weer over een hek. Dubbel hek deze keer. De fietsen zijn nu zo zwaar dat we ze er nauwelijks overheen kunnen tillen. Zelf zitten we inmiddels ook onder de modder. Frans is er van overtuigd dat de boer een webcam heeft gemonteerd en dat de hele familie zich nu rot zit te lachen om al die malloten. En ó mijn onderrug.
Bij Ried komen we eindelijk op het schelpenpaadje naar Berlikum. Kennen we van de wandel-elfstedentocht. Wel worden we nu ook nog bestookt met schelpen die van de banden spatten. Toch is het leed vanaf hier grotendeels geleden.
We worden nog ingehaald door twee sterke kerels. De voorste zegt er doorheen te zitten en verdwijnt vervolgens met groot verzet uit beeld. Langs allerlei leuke paadjes arriveren we in Leeuwarden waar we tot Frans zijn grote verontwaardiging niet hoeven te stempelen. Klein leed vergeleken bij alle blubber.
Als we Leeuwarden uit fietsen zien we de Bamboe Boy weer, samen met Joke, nu zonder Fokko. Zij heeft een lekke band en hij helpt haar. Dat is nog eens een kerel. Wij snellen Leeuwarden uit en passeren de brug over de Bonkevaart. Vervolgens Snakkerburen. Ik voel mijn fiets even wegglijden maar weet rechtop te blijven. Oppassen geblazen. Op het Wynsumer binnenpaad ga ik in een laatste bocht echt onderuit. Een flinke schuiver en een geschaafde knie. Het valt nog mee. Ik spoel de wond schoon bij het veerpontje. Hier krijgen we ook het stempel voor Leeuwarden. Stempel nummer tien. En de laatste verversingspost.
Vlug wat broodjes naar binnen werken en met pontje over. Op de pont wil iemand niet echt geloven dat het nog maar vijftien kilometer zou zijn. Hij vreest nog tien kilometer door de blubber. Ik weet beter. De route goed verkend. We hebben nu de wind in de rug en zetten de sokken erin. We racen over het bruggetje van Bartlehiem. Deze heiligste plaats van de elfstedentocht geeft ons nieuwe kracht: it brûzet ús troch de bealch.
Bij Tichelwurk informeer ik mijn vriendin dat we er aan komen. Frans apt zijn vrouw en ouders. We racen door. Weldra komt de bekende watertoren van Dokkum in beeld. Ik fiets bij het binnenkomen van de stad waarachtig nog verkeerd. Ik raak Frans zowaar even kwijt maar dat komt net op tijd weer goed.
Op het Dokkumer Bolwerk hoor ik nog iemand zeggen: "De laatste der Mohikanen". We kunnen er om lachen. We zijn in de achterhoede gefinisht maar samen wel goed voor elf elfstedentochten. Frans heeft gefietst, geschaatst, gewandeld, gestept, geskeelerd en gemountainbiked. Zelf heb ik gefietst, gekajakt, gewandeld, gestept en gemountainbiked. We zijn bepaald geen one-trick-ponies.
In mijn elfstedenregister zie ik dat deelnemers Gerben van Houten en Stephan Rekker - voorzitter van de fietselfstedentocht - zes respectievelijk, vijf verschillende tochten hebben gedaan. Knap. Fred Borchers heeft er vier gedaan. Danny de Graaf, Chris-Pieter Veenstra, Foeke van der Veen en Philippe van Nieuwenborgh zijn goed voor drie stuks elk. Er zullen er nog wel meer zijn maar die zijn me nu nog onbekend.
Half vijf zijn we dan eindelijk bij de finish. De dagteller staat op 142 kilometer. Totaal met de aanrijkilometers 431 kilometer afgelegd. Onder de modder en met een bebloede knie maar nog redelijk fit.
Mijn vriendin en Frans zijn familie stonden bij elkaar maar hadden geen idee dat ze op dezelfde personen stonden te wachten. We krijgen zonder controle onze kruisjes en een tegel. Fokko Hoeksma staat er ook net. Ik schud hem de hand en bedank hem voor de organisatie. En alle andere betrokkenen natuurlijk.
Het laatste stempel krijgen we niet. Het stempel is zoek. Het maakt me allemaal niet uit. Tijd om naar de auto te lopen en de douche op te zoeken. Lopend over de bolwerken van Dokkum zien we de Bamboe Boy en Joke aankomen. Ook gehaald dus.
Nog een mooi filmpje op Youtube.
Frans zie ik vast weer bij een volgende elfstedentocht. Waarschijnlijk op 5 februari bij de winterelfstedentocht.
Voor mensen die de tocht ook hebben afgelegd, bezoek het elfsteden-register: http://www.walmar.nl/elfsteden.asp?mountainbiken=ja om je in te schrijven of je gegevens bij te werken
Reacties