De kerk van Driesum wordt momenteel (2016-2017) gerestaureerd. Ook de vloer wordt vervangen. De huidige vloer is verwijderd en daarmee zijn de eeuwenoude grafzerken weer tevoorschijn gekomen. Tijd voor de Grêfskfriftekommisje om een kijkje te nemen. Alle foto's zijn van Melle Koopmans.
Anno 1581 de 20 [marty] sterf de edele erentfeste heerschap Tjepke van Goslinga
Anno 1582 den 5 ivly sterf de edele eerbare juffrou Anna van Liaukama sijn huisfrou
De steen is sterk beschadigd. Alleen delen van de tekst zijn nog leesbaar. Wel zijn alle familiewapens nog goed zichtbaar. We tonen hier de wapens GOSLINGA - LIAUCKEMA
Willem Hansma heeft uit een archiefstuk van de familie Liauckema een stuk betreffende de uitgaven voor deze steen boven water gehaald. Anna Liauckema's broer Jarich is kennelijk in maart 1604 met zijn zwager Adam van Paffenrode naar Leeuwarden gereisd. Hij doet verslag:
Het duurde zo te zien vele jaren voordat de steen helemaal klaar was.
Een tak van de familie GOSLINGA was enige geslachten lang woonachtig in Driesum. De familie woonde op Jarichsma State. Uit: Stinzen in middeleeuws Friesland: een voorlopige inventarisatie.
Jarichsma of Goslinga in Oostwoud (Driesum)
In de naam van de pachter wordt Jarichsma in 1511 genoemd; als Jaesma of Jarsma staede in 1543, als hofstede Jarichsma in 1664. Tzalingh Jarichsma werd in 1504 en 1505 onder de edellieden in Dantumadeel genoemd. In 1511 waren zijn kinderen eigenaars van Jarichsma. In 1543 was Feye Goslinga vanwege zijn vrouw eigenaar van land onder Driesum en waarschijnlijk ook van Jaesma of Jarsma staede; zij was erfgename van Tzalingh Jarichsma. Jarichsma kwam zo aan de Goslinga's. In 1581 liet Tyepcke van Goslinga de huysinge, hoff ende state gelegen tot Driesum met alle de landen na aan zijn oomzegger Tyepcke Siboltz van Aylva, zoon van zijn zuster Frouck van Goslinga. In 1640 was jonker Sicco van Paffenrode eigenaar.
In 1622 duidde Winsemius Jarichsma op zijn kaart als edele state Goslinga aan, in 1664 beeldde Schotanus Jarichsma als hofstede af. In 1680 werd het bij een verkoop omschreven als de saate Jaarsma te Driesum, groot 120 pondemaat, met legersteden en gestoelte in de kerk. Op de kaart van Schotanus van 1718 wordt Jarichsma als gewone boerderij aangegeven. Wel lag ten zuidoosten van het erf toen nog een stinswier.
Deze state was gelegen ten noordoosten van de huidige Rinsma State.
Tjepke van Goslinga maakte deel uit van het Verbond der Edelen en werd als zodanig in 1568 door Aylva gedagvaard te Antwerpen. Wikipedia: Het Verbond der Edelen (ook Compromis) was een verbond van de lagere adel, voornamelijk uit de Zuidelijke Nederlanden, dat de opheffing vroeg van de Inquisitie en de verzachting van de vervolgingen van de protestanten met maatregelen tegen de ketters (november 1565). Het maakte deel uit van de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog.
Voor een overzicht van de deelnemers aan het Verbond der Edelen, zie Leden Verbond.
Van zijn vrouw Anna van Liauckama is een testament bewaard gebleven. In dit testament laat ze de state na aan Tjepke van Aylva, de kleinzoon van schoonzuster Frouck van Goslinga. Willem Hansma heeft dit testament uitgeschreven.
Inden naeme godes Amen Int jaer ons heeren duysent
vyff hondert twee en(de) tachtich den vijff ende
twintichstens dach Junij hebbe Ick Juffrouw Anna
van Lyauckema weduwe van Tijepcke van Goslingha
hoewel cranck van lichaem nochtans mijn volle verstant
wel hebben(de) overgelecht nyet zekerder te weesen dan den
doot en(de) nyet onsekerder dan den uire van dijen ende
daerom(m)e gemaeckt een dispositie van myn tytlycke goederen
dyen Ick nae myn doot zal geraecken achtertelaten
Inden eersten bevele ick testatrix godtalmachtich myn
edele zyele & den aerde myn Lichaem verder zoe
ist[?] dat ick Testatrix Tyepcke van Aluua den jongsten
zoon van Juffrouw Vrouck van Goslingha hebbe geinstitueert
en(de) instituere by desen erffgenaem in en(de)[?] tot den huysinghe
hoff en(de) state geleghen tot Driesum met allen dy-
landen en(de) fenen daertoe behoren(de) zoe de(s)elfde by my
en(de) mijn man ytlycke jaeren gebruijckt en(de) bewoent zyn
geweest behalve allenich zes pondematen meden inde dobben
die aende zate aent terp gebruijckt worden, met
zulcken voorwaerden en(de) bescheyde nochtans dat juffrouw
Sijouck van Lyauckema weduwe van Homme van Camstra
mijn lieve suster oft nae haer versterven een van mijn ander
outste susters dezelffde sate state huijsinge hoff en(de)
landen met den fenen daertoebehoren(de) zall verhuijren en(de)
den opcompsten van dyen ontfanghen tot p(ro)fijt vanden
vs Tijepcke van Aluua tot dat hy Tyepcke vyff
en(de) twintich jaeren out zal zijn ofte hem ten echte begeven
hebben, en(de) wat d(e)vs myn susters te rekeninghe brengen
by haer plechte verclaringhe & optekeninghe zal vs
Tyepcke hem daermede laten gevoegen & daertegen hem
nyet opponeren ofte naerder rekeninghe versoecken willen
voorts dat nae het versterven van Tijepcke van
Aluua vs d(e)zelffde state zate & landen met zin toebehoren
zullen eerven op zyn outste kyndt syn zoon ofte dochter
zoe verre tzelffde wesende een zoon Tyepcke is geheten
oft zoe het een dochter mochte zijn, Jents, ofte by faulte
van dijen zullen d(e)zelffde state zate en(de) landen wederom
comen & eerven op mijn naebeschreven erffgenaemen aen myn
graeden[?] ende zoe d(e)vs Tyepcke ofte Jents zulks moeghen
geboren worden uijt d(e)vs Tijepcke van Aluua mochte
versterven zonder kynderen dan naelaten meer(?) broeders
ofte susters zulks d(e)zelffde sate & state met hen(?)
toebehoren erven op haaren outste broeder oft suster
oft zoe daer gheen broeders oft susters zijn op haer
naestebloedt ende zoe verre d(e)vs Tijepcke
van Aluua zonder kijnderen ofte neergaende geboorte
achtertelaten geraeckt te versterven, zullen d(e)vs huisinge
hoff state zate landen ende veenen met allen hun
aenp (?) & toebehooren wederom comen & devolueeren
op mijn naebeschreven erffgenaamen mit dat Ick
testatrix will dat in zulcken gevalle Feije van
Aluua d’olste zoon van Vrouck van Goslingha
zal(?) genieten hebben ende behouden eeuwelijck ….
erfflyck Albade zate met die friesche steen gelegen
tusschen Dockum & Driesum behoren(de) d(e)vs steen mede aen
de zate behalven een halve pondemate leggend
op Driesumer terplandt, ende zoe d(e)vs Feije van Aluua
mochte versterven zonder kynderen zal d(e)zelffde Albade
zate comen & devolueeren op Epe van Aluua den
middelste zoon van Vrouck van Goslingha, welverstaende
dat d(e)vs Juffrouw Sijouck oft een van mijn andere
outste susters nae haer versterven d(e)zelffde zate ende
landen mede zullen verhuijren & den opcompsten van dijen
ontfanghen tot pfit van d(e)vs Feije van oft door zijn versterven
voor den vs Epe tot dat d’eene van hun vijff &
twintich jaeren out zal zijn oft hem ten echte begeven hebben
alles mede op gelijcke voegen als voeren verhaelt is nopende den
reckening van zelffde opcompsten, doch also tusschen
wylen Tijepcke van Goslingha myn overleden man & zyn
vrunden sekere schriftelijcke scheydinghe gemaeckt is
van(de) goederen een ygelijck toe deel gevallen, aen d(e)zelffde
scheijdinghe wijlen Tyepcke Goslingha toebehoert hebben
bij des vs Tyepcke van Aluua moeder, om, ofte haer
voormont ontfanghen is van vs Tijepcke Goslingha
van(?) daer(?) uit een copie te laten schrijven dwelcke alsnoch
onderhaerluyden oft eenyghe van hun ten(?) berustende(?), zoe
wil ick testatrix dat het naeste bloedt van vs Tyepcke
van Aluua en zijn broeders vs ofte d(e) administratie
van (de) zelffde hebben, zullen gehouden zijn mijn naebesch.
erffgenamen wederom te doen hebben & overleveren
tot haere vermaninge de vs schriftelijcke scheidinge
met oock verclaringe van haerluyden dat zij
van weghen den kinders van Vrouck Goslinga
hun daerna willen reguleren, & myn erffgenamen
hyer naebenoempt de toegelechte goederen inde vs
scheidinge begrepen rustelyck & vredelyck zonder
enighe tegenseggen laten gebruiken & daertegens hem geensins
opponeren, ofte bij faulte & onwillichijt van dyen
zullen alle de vs instituties gheen plaetse hebben
Dan zullen vs kynderen vantgeen hyer voren hoor
is toegesecht versteecken wesen & gheen genyet daeraff
hebben. Willende ick testatrix verder dat mijn
naebesch. erfgen. bij raedt vanprincepaelste van Driesum
over vijff jaeren nae myn versterven zullen op renten
stellen vijer hondert gg daer aff de jaerlixe
rente beheert zall worden bij advys van mijn
naestebluedt aen den rechten huisarmen binnen Driesum
mits dat geduijrende d(e)vs vyff Jaeren uuijte opcomsten
van state zate & landen te Driesum Tyepcke van
Aluua toegesecht & den vs armen na mijn versterven
jaerlix zal uytgekeert & betaelt moeten worden
Acht & twintich gouden gg. Voorts zoo
instituere ende maecke ick testatrix erffgenaem
juffrouw Jell van Lijauckema mijn lieve moeder
in alle mijn inboel & huysraet met oock myn
clederen bij mij naetelaten, begerende lyefflycken
op mijn moeder dat zij haer daer mede will
laten genoeghen, & indyen nyet zall zij mede
voor een negende deel & part genieten & ontfangen
met mijn andere susters & broeders de landen
die mij in hijlcq contracte mede gegeven zijn
Item ick legatere vor uyt Syouck van Lyauckema
myn suster mijn drie silveren soltvaten ende
Tyepcke van Aluua vs zal hebben den twaleff
myn silveren lepelen, ende verder van myn andere
goederen roeren(de) & onroeren(de) cleinodijen actien(?) &
gerechticheden zoodanich ich dyen zall geraecken(?)
achtertelaten, maecke ick testatrix erffgenaem
Syouck van Lyauckama vs myn lyeve suster
in twee achtendelen ofte parten, met zulcken
bescheyde nochtans dat zoe verre Jarich van
Lijauckama myn broeder ofte zyn kynderen in toecomen(de)
tyden mochten by believen vanden overicheyt alsdan wesen
binnen desen landen haer goederen vry & onbelet
gebruycken & daermede doen zoe hem belieft, zall vs
Juffrouw Syouck myn suster gehouden zijn vs Jarich ofte
zyn kijnderen in zulcken gevalle den eene achtepart
daeraff volghen laten overteleveren & te relaxeren
mits dat zij te vreden sullen zijn met den verclaringhe
ofte optekeninge bij mijn suster vs daeraff te doen
soe groot dzelffde achteparte bedraecht & naer de
zelffde gelegen is zonder haer te …eren
tot eenygge wyder rekeninghe dan hij zelffs verclaren
zall & voorts inde restante ses achteparten vande vs mijn goederen
institueer ick erfgenaamen mijn ander vyff susters & een broeder
doch oock met zekeren bescheyt & dat zoe verre eenyghe
van hun nyet zouden mogen binnen desen landen haer goederen
& aenparten vrij & onbelet gebruycken nae mijn versterven dat
d(e)zelffde zullen comen & succederen & erven op Juffrouw Syouck
mijn suster ofte haer erfgenam(en) tertijt toe zij ofte haeren erfgenamen
dyen zullen moghen gebruycken & aengaende de ….. …. disponeere ick
dat Juffrouw Siouck d(e)zelffde zal ontfanghen & nae haer ….
nae myn versterven & dyen nae mijn versterven uijtkeren onder myn
erfgenamen zoe als ick haer montlyck gesecht hebbe willen(de) dat een ygelyck
met de uytdeylinghe bij haer te doen zal te vrede wesen & haer daerteboven nijet
maltesteeren … … vs ick testatrix verclare te wesen mijn laeste
wille & zoe dese nyet en zolde moghen subsisteren als een solemneel testament
zal zelffde ten minsten ….. als een codicill …. ofte andere uyterste
leste wille dien ick wil dat in alles zal achtervolcht worden van mijn erffgenam(en)
bij versteck van tgene haer toegelecht is toirconde mijn hant en(de) vorder den handen
van Nicolaus Gerardus, Pieter Pouuelszn, Siiert Lambertszn, … Syuerdszn, Jelle
Syurdtszn & Jan Hobbezn alles ….. binnen Deijnum sampt Douwe
…. Pubb. & …. Notarius binnen Leverden(?) als toegeroepen getuijghen op een tijt bij malcan- deren tot Deijnum voor mijn testatrix bedde vergadert tot mynder bede hyer onde… …
Anne Lijauckema / Nicolaus Gerardij / Jelle Siurtszn / Jan Hobbezn /
Pijter Pouues / Siurdt Lamberts / D. Nijenhuis
Freeck Sijuerdts
Op huyden dato deses, heb ick Nicolaes Dries(?)
openbaer & toegelaten notaris in Franeker resideren(de)
ten versuecke van za. j. Anna van Liauckema in leven
echte vrouwe & weduwe van za. Tiepcke van Goslingha erffgenamen
mij getransporteert aende persoon van Sijboldt Aluua
als vaeder van Feije & Epe van Aluua zijn
beyde kijnderen bij wijlen Juffrou Vrouck van Goslingha achter
gelaten & getogen ende hem Sijboldt ter presentie vanden bevestigers
deses den testamente bij wijlen j. Anna van Liauckema
gemaeckt & achtergelaten te vooren gelesen & hem alsoe
behoorlicken geïnsinueert daerbeneffens oock aenden selven
uutte(?) name als vooren versocht om aen j. Anna erffgenamen
broeders & susters t’overhandigen een scheijdbrieve waer
mede Feije & Epe voors. inden testamente van
za. Anna Liauckema voors. zijn belast, voor dat d’institutie
op dselve Feije & Epe in voor gevoerde testamente gedaen eenich-
sins plaets zouden hebben ofte bij weijgeringe dat voors
erfgenamen broeders & susters van voors w. Anna Liauckema
protesteerden gelick zij bij desen zyn doende dat voorn
Feije & Epe tsamen oft een van beyden noch in leven
zijnde van t genige hun onder voorgaende conditie bij w. j. Anna
in haer testament is toegesecht zullen versteken wesen
nae vermeldens & breder(?) inholts des testaments voors waer
nae d(e)voors j. Anna broeders & susters gedochten hun te
regheeren waeroppe d(e)voorn. Sijboldt van wegen zyn
twee kynderen mij notaris ter presentie als vooren heeft
voor antwoort gegeven den principale …chte scheijdbrief
niet te weesen & oock onsinbaer voor hem te wesen, doch vercla
rende tinholden vandien van wegen zyn kinderen voors in
alles wel te willen nagaen & onderholden van d(e)selve
scheijdbrieve oock presenterende eerfgenamen van
za. Anna Liauckema te willen behandigen copije autentick
met daer beneffens genuchsaem & schriftelick bescheijdt
d(e)erffgenamen van za. Anna Liauckema tot genen tijden
over tinholden van d(e)selve scheijdbrieve int mi(n)ste gemolesteert
te worden orconde & in kennisse t genige voors
alsoe by mij notaris gedaen & volbracht is & oock t.eluige
alsoe in presentie van ons Giecke Eelcke dorprechter
in Dronryp sampt Pieter Fedrickzn herbergier aldaer
geschiet zynde tot getuygen hierover geroepen
hebben wij notaris & getuygen voors desen met onse
handen verteykent actum op Dronryp den XXIXen
martij ao xvc seven & tachtich
Gieke Eelckezn (handtekening dorpsrechter WH)
1587
Pieter Feddrickzn N…. (handtekening notaris, WH)
Onder de zerk van Tjepke van Goslinga en Anna van Liauckema bevindt zich een grafkelder waarvan we een foto hebben:
Anna van Canter gaat na de dood van haar echtgenoot definitief op de Canter State wonen.
Sjoerdje van Idsinga was de dochter van Frans Canter van Idsinga en Saapke Poutsma
Geertruida van Haersma was een dochter van Erik Meierts van Haersma en Anna Clara Franses Canter (zie grafzerk 2 en 3).
Sjoerdje van Idsinga was de dochter van Arnold van Idsinga en Sjoerdje van Haersma (zie grafzerk 4 en 5)
Petrus Johannes Poutsma was de echtgenoot van Sjoerdje van Idsinga (zie grafzerk 9).
De hoogedel gestrenge heer mr. Adrianus Canter Visscher grietman over Dantumadeel en gecomiteerde staten landts dage e.e. overleden den 19 en begraven den 26 july 1782
Het famiewapen is van de familie CANTER VISSCHER. Over Adrianus Canter Visscher is een artikel geschreven door Bauke van der Pol: Van koopman naar grietman.
Deze zerk ligt op de toegang naar een manshoge grafkelder. Mogelijk is deze kelder speciaal gemaakt voor de bijzetting van Adrianus Canter Visscher. Hij zou dan van rond 1782 zijn.
Duidelijk zichtbaar is dat de binnenmuur van deze kelder na ruim tweehonderd jaar nog in een uitstekende staat verkeert. Onduidelijk is of de huidige steen de oorspronkelijke deksteen is. Donderdag zeven september 2017 is de steen even gelicht en was de kelder toegankelijk. Er is maar één persoon in bijgezet. Vermoedelijk Adrianus Canter Visscher. Zo op het oog was de ruimte nog ongeschonden. De bedoeling is dat de toegang deels wordt afgedekt met een glasplaat.
Grafzerk 1
Anno 1581 de 20 [marty] sterf de edele erentfeste heerschap Tjepke van Goslinga
Anno 1582 den 5 ivly sterf de edele eerbare juffrou Anna van Liaukama sijn huisfrou
De steen is sterk beschadigd. Alleen delen van de tekst zijn nog leesbaar. Wel zijn alle familiewapens nog goed zichtbaar. We tonen hier de wapens GOSLINGA - LIAUCKEMA
Willem Hansma heeft uit een archiefstuk van de familie Liauckema een stuk betreffende de uitgaven voor deze steen boven water gehaald. Anna Liauckema's broer Jarich is kennelijk in maart 1604 met zijn zwager Adam van Paffenrode naar Leeuwarden gereisd. Hij doet verslag:
Het duurde zo te zien vele jaren voordat de steen helemaal klaar was.
Een tak van de familie GOSLINGA was enige geslachten lang woonachtig in Driesum. De familie woonde op Jarichsma State. Uit: Stinzen in middeleeuws Friesland: een voorlopige inventarisatie.
Jarichsma of Goslinga in Oostwoud (Driesum)
In de naam van de pachter wordt Jarichsma in 1511 genoemd; als Jaesma of Jarsma staede in 1543, als hofstede Jarichsma in 1664. Tzalingh Jarichsma werd in 1504 en 1505 onder de edellieden in Dantumadeel genoemd. In 1511 waren zijn kinderen eigenaars van Jarichsma. In 1543 was Feye Goslinga vanwege zijn vrouw eigenaar van land onder Driesum en waarschijnlijk ook van Jaesma of Jarsma staede; zij was erfgename van Tzalingh Jarichsma. Jarichsma kwam zo aan de Goslinga's. In 1581 liet Tyepcke van Goslinga de huysinge, hoff ende state gelegen tot Driesum met alle de landen na aan zijn oomzegger Tyepcke Siboltz van Aylva, zoon van zijn zuster Frouck van Goslinga. In 1640 was jonker Sicco van Paffenrode eigenaar.
In 1622 duidde Winsemius Jarichsma op zijn kaart als edele state Goslinga aan, in 1664 beeldde Schotanus Jarichsma als hofstede af. In 1680 werd het bij een verkoop omschreven als de saate Jaarsma te Driesum, groot 120 pondemaat, met legersteden en gestoelte in de kerk. Op de kaart van Schotanus van 1718 wordt Jarichsma als gewone boerderij aangegeven. Wel lag ten zuidoosten van het erf toen nog een stinswier.
Tjepke van Goslinga maakte deel uit van het Verbond der Edelen en werd als zodanig in 1568 door Aylva gedagvaard te Antwerpen. Wikipedia: Het Verbond der Edelen (ook Compromis) was een verbond van de lagere adel, voornamelijk uit de Zuidelijke Nederlanden, dat de opheffing vroeg van de Inquisitie en de verzachting van de vervolgingen van de protestanten met maatregelen tegen de ketters (november 1565). Het maakte deel uit van de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog.
Voor een overzicht van de deelnemers aan het Verbond der Edelen, zie Leden Verbond.
Van zijn vrouw Anna van Liauckama is een testament bewaard gebleven. In dit testament laat ze de state na aan Tjepke van Aylva, de kleinzoon van schoonzuster Frouck van Goslinga. Willem Hansma heeft dit testament uitgeschreven.
Inden naeme godes Amen Int jaer ons heeren duysent
vyff hondert twee en(de) tachtich den vijff ende
twintichstens dach Junij hebbe Ick Juffrouw Anna
van Lyauckema weduwe van Tijepcke van Goslingha
hoewel cranck van lichaem nochtans mijn volle verstant
wel hebben(de) overgelecht nyet zekerder te weesen dan den
doot en(de) nyet onsekerder dan den uire van dijen ende
daerom(m)e gemaeckt een dispositie van myn tytlycke goederen
dyen Ick nae myn doot zal geraecken achtertelaten
Inden eersten bevele ick testatrix godtalmachtich myn
edele zyele & den aerde myn Lichaem verder zoe
ist[?] dat ick Testatrix Tyepcke van Aluua den jongsten
zoon van Juffrouw Vrouck van Goslingha hebbe geinstitueert
en(de) instituere by desen erffgenaem in en(de)[?] tot den huysinghe
hoff en(de) state geleghen tot Driesum met allen dy-
landen en(de) fenen daertoe behoren(de) zoe de(s)elfde by my
en(de) mijn man ytlycke jaeren gebruijckt en(de) bewoent zyn
geweest behalve allenich zes pondematen meden inde dobben
die aende zate aent terp gebruijckt worden, met
zulcken voorwaerden en(de) bescheyde nochtans dat juffrouw
Sijouck van Lyauckema weduwe van Homme van Camstra
mijn lieve suster oft nae haer versterven een van mijn ander
outste susters dezelffde sate state huijsinge hoff en(de)
landen met den fenen daertoebehoren(de) zall verhuijren en(de)
den opcompsten van dyen ontfanghen tot p(ro)fijt vanden
vs Tijepcke van Aluua tot dat hy Tyepcke vyff
en(de) twintich jaeren out zal zijn ofte hem ten echte begeven
hebben, en(de) wat d(e)vs myn susters te rekeninghe brengen
by haer plechte verclaringhe & optekeninghe zal vs
Tyepcke hem daermede laten gevoegen & daertegen hem
nyet opponeren ofte naerder rekeninghe versoecken willen
voorts dat nae het versterven van Tijepcke van
Aluua vs d(e)zelffde state zate & landen met zin toebehoren
zullen eerven op zyn outste kyndt syn zoon ofte dochter
zoe verre tzelffde wesende een zoon Tyepcke is geheten
oft zoe het een dochter mochte zijn, Jents, ofte by faulte
van dijen zullen d(e)zelffde state zate en(de) landen wederom
comen & eerven op mijn naebeschreven erffgenaemen aen myn
graeden[?] ende zoe d(e)vs Tyepcke ofte Jents zulks moeghen
geboren worden uijt d(e)vs Tijepcke van Aluua mochte
versterven zonder kynderen dan naelaten meer(?) broeders
ofte susters zulks d(e)zelffde sate & state met hen(?)
toebehoren erven op haaren outste broeder oft suster
oft zoe daer gheen broeders oft susters zijn op haer
naestebloedt ende zoe verre d(e)vs Tijepcke
van Aluua zonder kijnderen ofte neergaende geboorte
achtertelaten geraeckt te versterven, zullen d(e)vs huisinge
hoff state zate landen ende veenen met allen hun
aenp (?) & toebehooren wederom comen & devolueeren
op mijn naebeschreven erffgenaamen mit dat Ick
testatrix will dat in zulcken gevalle Feije van
Aluua d’olste zoon van Vrouck van Goslingha
zal(?) genieten hebben ende behouden eeuwelijck ….
erfflyck Albade zate met die friesche steen gelegen
tusschen Dockum & Driesum behoren(de) d(e)vs steen mede aen
de zate behalven een halve pondemate leggend
op Driesumer terplandt, ende zoe d(e)vs Feije van Aluua
mochte versterven zonder kynderen zal d(e)zelffde Albade
zate comen & devolueeren op Epe van Aluua den
middelste zoon van Vrouck van Goslingha, welverstaende
dat d(e)vs Juffrouw Sijouck oft een van mijn andere
outste susters nae haer versterven d(e)zelffde zate ende
landen mede zullen verhuijren & den opcompsten van dijen
ontfanghen tot pfit van d(e)vs Feije van oft door zijn versterven
voor den vs Epe tot dat d’eene van hun vijff &
twintich jaeren out zal zijn oft hem ten echte begeven hebben
alles mede op gelijcke voegen als voeren verhaelt is nopende den
reckening van zelffde opcompsten, doch also tusschen
wylen Tijepcke van Goslingha myn overleden man & zyn
vrunden sekere schriftelijcke scheydinghe gemaeckt is
van(de) goederen een ygelijck toe deel gevallen, aen d(e)zelffde
scheijdinghe wijlen Tyepcke Goslingha toebehoert hebben
bij des vs Tyepcke van Aluua moeder, om, ofte haer
voormont ontfanghen is van vs Tijepcke Goslingha
van(?) daer(?) uit een copie te laten schrijven dwelcke alsnoch
onderhaerluyden oft eenyghe van hun ten(?) berustende(?), zoe
wil ick testatrix dat het naeste bloedt van vs Tyepcke
van Aluua en zijn broeders vs ofte d(e) administratie
van (de) zelffde hebben, zullen gehouden zijn mijn naebesch.
erffgenamen wederom te doen hebben & overleveren
tot haere vermaninge de vs schriftelijcke scheidinge
met oock verclaringe van haerluyden dat zij
van weghen den kinders van Vrouck Goslinga
hun daerna willen reguleren, & myn erffgenamen
hyer naebenoempt de toegelechte goederen inde vs
scheidinge begrepen rustelyck & vredelyck zonder
enighe tegenseggen laten gebruiken & daertegens hem geensins
opponeren, ofte bij faulte & onwillichijt van dyen
zullen alle de vs instituties gheen plaetse hebben
Dan zullen vs kynderen vantgeen hyer voren hoor
is toegesecht versteecken wesen & gheen genyet daeraff
hebben. Willende ick testatrix verder dat mijn
naebesch. erfgen. bij raedt vanprincepaelste van Driesum
over vijff jaeren nae myn versterven zullen op renten
stellen vijer hondert gg daer aff de jaerlixe
rente beheert zall worden bij advys van mijn
naestebluedt aen den rechten huisarmen binnen Driesum
mits dat geduijrende d(e)vs vyff Jaeren uuijte opcomsten
van state zate & landen te Driesum Tyepcke van
Aluua toegesecht & den vs armen na mijn versterven
jaerlix zal uytgekeert & betaelt moeten worden
Acht & twintich gouden gg. Voorts zoo
instituere ende maecke ick testatrix erffgenaem
juffrouw Jell van Lijauckema mijn lieve moeder
in alle mijn inboel & huysraet met oock myn
clederen bij mij naetelaten, begerende lyefflycken
op mijn moeder dat zij haer daer mede will
laten genoeghen, & indyen nyet zall zij mede
voor een negende deel & part genieten & ontfangen
met mijn andere susters & broeders de landen
die mij in hijlcq contracte mede gegeven zijn
Item ick legatere vor uyt Syouck van Lyauckema
myn suster mijn drie silveren soltvaten ende
Tyepcke van Aluua vs zal hebben den twaleff
myn silveren lepelen, ende verder van myn andere
goederen roeren(de) & onroeren(de) cleinodijen actien(?) &
gerechticheden zoodanich ich dyen zall geraecken(?)
achtertelaten, maecke ick testatrix erffgenaem
Syouck van Lyauckama vs myn lyeve suster
in twee achtendelen ofte parten, met zulcken
bescheyde nochtans dat zoe verre Jarich van
Lijauckama myn broeder ofte zyn kynderen in toecomen(de)
tyden mochten by believen vanden overicheyt alsdan wesen
binnen desen landen haer goederen vry & onbelet
gebruycken & daermede doen zoe hem belieft, zall vs
Juffrouw Syouck myn suster gehouden zijn vs Jarich ofte
zyn kijnderen in zulcken gevalle den eene achtepart
daeraff volghen laten overteleveren & te relaxeren
mits dat zij te vreden sullen zijn met den verclaringhe
ofte optekeninge bij mijn suster vs daeraff te doen
soe groot dzelffde achteparte bedraecht & naer de
zelffde gelegen is zonder haer te …eren
tot eenygge wyder rekeninghe dan hij zelffs verclaren
zall & voorts inde restante ses achteparten vande vs mijn goederen
institueer ick erfgenaamen mijn ander vyff susters & een broeder
doch oock met zekeren bescheyt & dat zoe verre eenyghe
van hun nyet zouden mogen binnen desen landen haer goederen
& aenparten vrij & onbelet gebruycken nae mijn versterven dat
d(e)zelffde zullen comen & succederen & erven op Juffrouw Syouck
mijn suster ofte haer erfgenam(en) tertijt toe zij ofte haeren erfgenamen
dyen zullen moghen gebruycken & aengaende de ….. …. disponeere ick
dat Juffrouw Siouck d(e)zelffde zal ontfanghen & nae haer ….
nae myn versterven & dyen nae mijn versterven uijtkeren onder myn
erfgenamen zoe als ick haer montlyck gesecht hebbe willen(de) dat een ygelyck
met de uytdeylinghe bij haer te doen zal te vrede wesen & haer daerteboven nijet
maltesteeren … … vs ick testatrix verclare te wesen mijn laeste
wille & zoe dese nyet en zolde moghen subsisteren als een solemneel testament
zal zelffde ten minsten ….. als een codicill …. ofte andere uyterste
leste wille dien ick wil dat in alles zal achtervolcht worden van mijn erffgenam(en)
bij versteck van tgene haer toegelecht is toirconde mijn hant en(de) vorder den handen
van Nicolaus Gerardus, Pieter Pouuelszn, Siiert Lambertszn, … Syuerdszn, Jelle
Syurdtszn & Jan Hobbezn alles ….. binnen Deijnum sampt Douwe
…. Pubb. & …. Notarius binnen Leverden(?) als toegeroepen getuijghen op een tijt bij malcan- deren tot Deijnum voor mijn testatrix bedde vergadert tot mynder bede hyer onde… …
Anne Lijauckema / Nicolaus Gerardij / Jelle Siurtszn / Jan Hobbezn /
Pijter Pouues / Siurdt Lamberts / D. Nijenhuis
Freeck Sijuerdts
Op huyden dato deses, heb ick Nicolaes Dries(?)
openbaer & toegelaten notaris in Franeker resideren(de)
ten versuecke van za. j. Anna van Liauckema in leven
echte vrouwe & weduwe van za. Tiepcke van Goslingha erffgenamen
mij getransporteert aende persoon van Sijboldt Aluua
als vaeder van Feije & Epe van Aluua zijn
beyde kijnderen bij wijlen Juffrou Vrouck van Goslingha achter
gelaten & getogen ende hem Sijboldt ter presentie vanden bevestigers
deses den testamente bij wijlen j. Anna van Liauckema
gemaeckt & achtergelaten te vooren gelesen & hem alsoe
behoorlicken geïnsinueert daerbeneffens oock aenden selven
uutte(?) name als vooren versocht om aen j. Anna erffgenamen
broeders & susters t’overhandigen een scheijdbrieve waer
mede Feije & Epe voors. inden testamente van
za. Anna Liauckema voors. zijn belast, voor dat d’institutie
op dselve Feije & Epe in voor gevoerde testamente gedaen eenich-
sins plaets zouden hebben ofte bij weijgeringe dat voors
erfgenamen broeders & susters van voors w. Anna Liauckema
protesteerden gelick zij bij desen zyn doende dat voorn
Feije & Epe tsamen oft een van beyden noch in leven
zijnde van t genige hun onder voorgaende conditie bij w. j. Anna
in haer testament is toegesecht zullen versteken wesen
nae vermeldens & breder(?) inholts des testaments voors waer
nae d(e)voors j. Anna broeders & susters gedochten hun te
regheeren waeroppe d(e)voorn. Sijboldt van wegen zyn
twee kynderen mij notaris ter presentie als vooren heeft
voor antwoort gegeven den principale …chte scheijdbrief
niet te weesen & oock onsinbaer voor hem te wesen, doch vercla
rende tinholden vandien van wegen zyn kinderen voors in
alles wel te willen nagaen & onderholden van d(e)selve
scheijdbrieve oock presenterende eerfgenamen van
za. Anna Liauckema te willen behandigen copije autentick
met daer beneffens genuchsaem & schriftelick bescheijdt
d(e)erffgenamen van za. Anna Liauckema tot genen tijden
over tinholden van d(e)selve scheijdbrieve int mi(n)ste gemolesteert
te worden orconde & in kennisse t genige voors
alsoe by mij notaris gedaen & volbracht is & oock t.eluige
alsoe in presentie van ons Giecke Eelcke dorprechter
in Dronryp sampt Pieter Fedrickzn herbergier aldaer
geschiet zynde tot getuygen hierover geroepen
hebben wij notaris & getuygen voors desen met onse
handen verteykent actum op Dronryp den XXIXen
martij ao xvc seven & tachtich
Gieke Eelckezn (handtekening dorpsrechter WH)
1587
Pieter Feddrickzn N…. (handtekening notaris, WH)
Onder de zerk van Tjepke van Goslinga en Anna van Liauckema bevindt zich een grafkelder waarvan we een foto hebben:
Foto: Syb Eldering
Grafzerk 2
Anno 1630 den 7 september is gestorven den eersamen Iacob Canter van Oosten out 68 iaer ende leyt alhier begraven
Anno 1710 den 26 september is in den heere ontslapen den ... erentvesten ... Ericus van Haersma in leven raad ter admiraliteyt in Frisland en burgermeester der stede Harlingen out synde 63 iaren en vyf maanden ende leyt alhier begraven
De Canters waren de bewoners van de Canter State, zie hiervoor
http://www.stinseninfriesland.nl/CanterStateDriesum.htm
In 1597 verkopen Jacob Canter van Oosten en Machtelt Arent Fokkes (op de grafzerk staat Vos) te Driesum aan Tjeerd Tjeerds een kavel Vliet NZ. Ze wonen dus op Driesum. Van de Canter State is niets meer terug te vinden. De plek is wel bekend. Vlak boven de Strobossertrekvaart aan de Terpwei:
Ericus van Haersma was de echtgenoot van Anna Clara van Canter (zie grafzerk 3). Hij was de eigenaar van de Haersma State te Oostermeer.
De Canters waren de bewoners van de Canter State, zie hiervoor
http://www.stinseninfriesland.nl/CanterStateDriesum.htm
In 1597 verkopen Jacob Canter van Oosten en Machtelt Arent Fokkes (op de grafzerk staat Vos) te Driesum aan Tjeerd Tjeerds een kavel Vliet NZ. Ze wonen dus op Driesum. Van de Canter State is niets meer terug te vinden. De plek is wel bekend. Vlak boven de Strobossertrekvaart aan de Terpwei:
Ericus van Haersma was de echtgenoot van Anna Clara van Canter (zie grafzerk 3). Hij was de eigenaar van de Haersma State te Oostermeer.
Grafzerk 3
Anno 1633 den 6 january is gestorven de eerbare Machtel Vos de huisvrouw van Jacob Canter van Oosten oud 64 jaar en lyt alhier begraven
Anno 1724 den 26 ianuarius is in den heere gerust vrouw Anne Clare Canter wed: wyl: ... Ericus van Haersma in leven raed ter admiraliteit in Friesland en burgemeester der stede Harlingen oud 69 iaren 4 maanden en 23 dagen en leit alhier begraven
Anna van Canter gaat na de dood van haar echtgenoot definitief op de Canter State wonen.
Grafzerk 4
Anno 1719 den 5 dec stierf vrouwe Sjoerdie van Haersma in leven huisvrouw van Arnold van Idsinga secretaris der [stede Harlingen] ...
Sjoerdje van Haersma was een dochter van Erik Meierts van Haersma en Anna Clara Franses Canter (zie grafzerk 2 en 3).
Sjoerdje van Haersma was een dochter van Erik Meierts van Haersma en Anna Clara Franses Canter (zie grafzerk 2 en 3).
Grafzerk 5
...[Arnold] van Idsinga den iaere 1711 tot 1738 wegens deze grietenije gecommitteerde staet ... [17]39 oud ... daegen
Arnold van Idsinga was de echtgenoot van Sjoerdje van Haersma (zie grafzerk 4)
Arnold van Idsinga was de echtgenoot van Sjoerdje van Haersma (zie grafzerk 4)
Grafzerk 6
[Iuffer] Sioertie van Idsinga geboren den 13 december 1730 overleden den 16 november 1741
Sjoerdje van Idsinga was de dochter van Frans Canter van Idsinga en Saapke Poutsma
Grafzerk 7
...br heer ir F.D. van Sytzama anno 1745
De Van Sytzama's bewoonden lange tijd de Rinsma State. Ir is hier de afkorting van jonker.
Grafzerk 8
Vrouw Geertruid van Haersma weduwe van de heere Titus Sloterdyk in leeven raad ordinaris in den hove van Friesland gestorwen den 16 iuni 1762 oud bynae 84 iaeren rust hier in verwagting van een beeter leeven
Geertruida van Haersma was een dochter van Erik Meierts van Haersma en Anna Clara Franses Canter (zie grafzerk 2 en 3).
Grafzerk 9
Vrouwe Syoertie van Idsinga in leeven egtgenoote van dr P:I: Poutsma secretarius van Dantumadeel overleeden den 23ste juny 1768 oudt in't 49ste iaar legt hier begraven
Sjoerdje van Idsinga was de dochter van Arnold van Idsinga en Sjoerdje van Haersma (zie grafzerk 4 en 5)
Grafzerk 10
Petrus Johannes Poutsma in leven secretaris en ontvanger der boelgoederen van Dantumadeel overleden den 20 sepbr 1780 out 55 jaar en ligt alhier begraven
Petrus Johannes Poutsma was de echtgenoot van Sjoerdje van Idsinga (zie grafzerk 9).
Grafzerk 11
Het famiewapen is van de familie CANTER VISSCHER. Over Adrianus Canter Visscher is een artikel geschreven door Bauke van der Pol: Van koopman naar grietman.
Deze zerk ligt op de toegang naar een manshoge grafkelder. Mogelijk is deze kelder speciaal gemaakt voor de bijzetting van Adrianus Canter Visscher. Hij zou dan van rond 1782 zijn.
Duidelijk zichtbaar is dat de binnenmuur van deze kelder na ruim tweehonderd jaar nog in een uitstekende staat verkeert. Onduidelijk is of de huidige steen de oorspronkelijke deksteen is. Donderdag zeven september 2017 is de steen even gelicht en was de kelder toegankelijk. Er is maar één persoon in bijgezet. Vermoedelijk Adrianus Canter Visscher. Zo op het oog was de ruimte nog ongeschonden. De bedoeling is dat de toegang deels wordt afgedekt met een glasplaat.
Grafzerk 12
Canter
Onduidelijk is op welk lid van de familie Canter deze steen betrekking heeft.
... ir F.D. van [Sytzama] 6 anno 1745
Ook vonden we naast de grafzerken van Feije en Pieter van Goslinga nog een altaarsteen met duidelijk zichtbaar drie van de vijf kruisjes die de vijf wonden van Christus symboliseren. Een deel van de steen ontbreekt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voor een totaal overzicht van memorabilia uit Driesum: http://www.walmar.nl/inscripties.asp
Voor een overzicht van de familiewapens: http://www.walmar.nl/inscripties.asp
Grafzerk 13
Grafzerk 14
Ao [155]8 den 17 ianuarij sterf Pieter van Goslinggha
De middelste wapens zijn GOSLINGA - AGGAMA. Pieter moet dus wel een zoon van het echtpaar Feye van Goslinga en Ynts van Aggama zijnn. Van dit echtpaar waren tot nu toe geen kinderen bekend.
Anno 1558 de 9 apilis sterf Feije van Goslingha
Feye van Goslinga was de oudere broer van Tjepke van Goslinga van zerk 1. Feye is rond 1555 getrouwd met Ynts Pieters van Aggama. Van dit echtpaar zijn verder geen gegevens bekend. Wel is Ynts naderhand getrouwd was met Worp van Tjaerda. Hij woonde Tjaerdastate te Rinsumageest en wordt nog genoemd in 1575. Zij zal daar dus waarschijnlijk ook gewoond hebben en begraven zijn. Onduidelijk is ook wanneer ze overleden is. Ook haar grafzerk is niet bekend.
Ynts broer Alef van Aggema was net als zijn zwager Tjepke lid van het Verbond der Edelen. Aan de wapens te zien was er op deze grafzerk ook ruimte gereserveerd voor Ynts. Omdat haar tekst ontbreekt lijkt ze hier niet begraven te liggen.
Op deze zerk worden nog twee kinderen van het echtpaar Feye van Goslinga en Ynts van Aggama. De naam van de dochter wordt vermeld: Jetzs. De naam van de zoon zal wel Feye geweest zijn.
Grafzerk 15
Anno 1558 de 9 apilis sterf Feije van Goslingha
Feye van Goslinga was de oudere broer van Tjepke van Goslinga van zerk 1. Feye is rond 1555 getrouwd met Ynts Pieters van Aggama. Van dit echtpaar zijn verder geen gegevens bekend. Wel is Ynts naderhand getrouwd was met Worp van Tjaerda. Hij woonde Tjaerdastate te Rinsumageest en wordt nog genoemd in 1575. Zij zal daar dus waarschijnlijk ook gewoond hebben en begraven zijn. Onduidelijk is ook wanneer ze overleden is. Ook haar grafzerk is niet bekend.
Ynts broer Alef van Aggema was net als zijn zwager Tjepke lid van het Verbond der Edelen. Aan de wapens te zien was er op deze grafzerk ook ruimte gereserveerd voor Ynts. Omdat haar tekst ontbreekt lijkt ze hier niet begraven te liggen.
Grafzerk 15
[Ao 15]58 den 19 ivnij is gesterve iongghe [Feije va Goslinga]
Ao 1556 den 5 iunij sterf Ietzs va Goslinga een soen en docht va Feije Goslinga en Indts Aggama
Overig
Volgens het Dootboeck van Ernestus van Harinxma a Donia zou hier in Driesum ook Sypt van Goslinga begraven moeten liggen. Overleden op 21 juli 1614 op drieëntwintigjarige leeftijd. Hij was een zoon van Feije van Goslinga en Tjitske Uninga van Hoitema. Deze Feije moest oom zeggen tegen de Goslinga's van zerk 1 en zerk 15. Zijn zerk hebben we evenwel niet teruggevonden. Wel is er nog een groot stuk van een grafzerk teruggevonden dat als steun voor de preekstoel diende. Tekst is op dit stuk niet te zien.Ook vonden we naast de grafzerken van Feije en Pieter van Goslinga nog een altaarsteen met duidelijk zichtbaar drie van de vijf kruisjes die de vijf wonden van Christus symboliseren. Een deel van de steen ontbreekt.
Voor een totaal overzicht van memorabilia uit Driesum: http://www.walmar.nl/inscripties.asp
Voor een overzicht van de familiewapens: http://www.walmar.nl/inscripties.asp
Reacties