Friese kano-elfstedentocht 2022
Na vijf lange jaren was het eindelijk weer zo ver. Corona had twee jaar lang roet in het eten gegooid, maar nu konden de remmen weer los. Weliswaar had ik in 2020 en 2021 persoonlijk een alternatieve tocht georganiseerd, maar dat voelde toch niet als echt. De "verloren" jaren hadden er wel voor gezorgd dat ik maar door was blijven trainen. Ook dit jaar had ik er al weer meer dan 500 kilometer in de armen.
Zaterdag de 23ste juli had ik met mijn vriendin al de startkaart en andere zaken opgehaald. De eerste deelnemers stonden toen al met hun tent in de Leeuwarder Prinsentuin. Ik wilde liever tot maandag wachten. In tegenstelling tot eerdere tochten zou ik me deze keer volop in de groep storten. Andere jaren had ik me steeds vanaf één en dezelfde camping naar het dagelijkse startpunt begeven. Voor de broodnodige afzondering en om goed te kunnen slapen.
Ik ben natuurlijk geen echte kanoër en doe nog allerlei andere sporten. Ik hoor niet echt bij deze groep. Trouwens, groep? Misschien is community, kano-community, een betere term. Mensen die elkaar allemaal lijken te kennen en met een eigen taalgebruik. Na enkele dagen was ik weer helemaal vertrouwd met woorden als "opkanten", "himalaya-start", "kiwi" en meer van dat soort termen. Ik zal ze de komende tweeënhalf jaar allemaal weer vergeten, hoop ik maar. Niet iedereen maakt deel uit van die community trouwens. Zo loop ik maandagochtend als eersten vader en zoon Brandsma tegen het lijf. Geen echte kanoërs maar elfstedenveelvraten. En eigenlijk hoor ik daar ook bij. Geloof zelfs dat ik dit fenomeen een beetje in gang gezet heb met mijn elfstedenregister. Wel geïnspireerd door de nu 76-jarige Jan Kokmeijer. Ook onder de deelnemers. Elfstedenveelvraten vormen geen community, maar - toegegeven - zijn ook wel wat vreemd. Vader Hein - een stoere zestiger - wil zijn achste scoren en zoon Eise doet ondanks zijn jonge leeftijd maar eentje voor hem onder.
Rechts Eise en in het midden vader Hein. Links sta ik.
Eise verwacht dat het een vakantie wordt en voorziet geen problemen. Zijn vader heeft wel flink getraind. die neemt het zekere voor het onzekere. En dan is er nog Frans Wiersema. Die gaat hem op de surfplank doen. Zo kan hij zijn tiende verschillende tocht scoren. Er zijn nog acht andere surfers en die vormen weer een eigen community, met eigen taalgebruik. Maar de meeste deelnemers zijn echte kanoërs en komen voor de sfeer, de gemeenschapszin en de gezelligheid. Wij elfstedenveelvraten moeten deze week dus in transitie. We moeten schaven aan onze identiteit. Ten slotte zijn er nog de "bootjesmensen". Mensen met open sloepen, een enkeling met een klein scheepje, maar de meesten met een slagschip van jewelste. Dat worden weer flinke golven. Gelukkig voor ons varen die grote schepen vaak een andere route.
Maandag 25 juli: 30,8 kilometer naar IJlst
Vlak voor negenen zit ik in de kano en weldra klinkt het startschot. We dienen met zijn allen het statenjacht "Friso" te volgen.
De eerste kilometers zitten we elkaar daarom flink in de weg. Maar als we het Van Harinxmakanaal bereiken is er eindelijk ruimte. Maar dan ligt er plotseling een sloep van de organisatie met een rode lamp. Eise heeft geen idee wat dat betekent. Geen echte kanoër. Ik heb trouwens ook geen benul en vaar wat naar voren om te zien wat er aan de hand is. Er komt een flinke boot aan en we moeten stoppen. Een bordje met "STOP" erop zou naar mijn smaak helderder geweest zijn. Hoe dan ook bereiken we na een korte pauze al vlug de afslag naar de Zwette en kunnen we aan onze lange tocht tussen de hoge rietkragen beginnen. Eigenlijk een beetje saai stuk met gelukkig weinig wind. Die zou vandaag trouwens tegen zijn. Zuidwest. We peddelen door tot aan de Theetuin van minicamping de Dille bij Oosterwierum. Een prachtige plek met koffie en appelgebak. En WC. Ze hebben al geadverteerd in de Facebook-groep. Tijd voor een eerste stop.
Dinsdag 26 juli: 33,7 kilometer naar Stavoren
Het heeft de hele nacht stevig doorgewaaid, maar vreemd genoeg is het 's ochtends weer vrij rustig. Windfinder voorspelt toch een stevige noordwestenwind voor het Slotermeer en nog sterker voor later op de dag richting Stavoren. Het lijkt een zware dag te worden. Veel mensen vertrekken daarom vroeg. Ik zit pas om half negen in de kano en vaar vandaag met Bart, Roel en Jos. Jos blijkt geen zwemvest te hebben en is bovendien zijn spatzeil vergeten. De avond ervoor was al duidelijk dat er meer mensen zonder spatzeil en/of zwemvest voeren. Mogelijk kenden ze de termen niet eens. Geen echte kanoërs, zullen we maar zeggen. Maar de wind houdt zich tot aan Woudsend redelijk koest. Daar treffen we Peter en Ria. Ria is zijdelings betrokken bij de organisatie. Ze meldt ons dat het bestuur besloten heeft dat we niet door mogen naar Sloten, maar langs de noordkant van het meer naar Balk moeten varen. Maar eens kijken. We zijn er bijna.
Als we aankomen bij het Slotermeer, blijkt dat er heel kalm bij te liggen. Wel ligt er een boot van het bestuur en Ria blijk het bij het juiste eind te hebben gehad . We worden inderdaad dringend aangeraden om niet rechtstreeks het meer over te steken. Na enige consternatie besluiten we ons - vooral op aandringen van kanogoeroe Bart - aan het advies van het bestuur te houden. Bart zit het vooral ook dwars dat Jos zonder spatzeil vaart. Het ontbrekende zwemvest wil hij nog door de vingers zien. We volgen het advies toch niet helemaal op, maar pakken de vaargeul die van noordoost naar zuidwest loopt. Direct richting Balk. Dus niet langs de oever. Want volgens Bart zou dat een enorme omweg zijn. Als ik later naar de kaart kijk, blijkt dat nogal mee te vallen. Is het water aanvankelijk vrij rustig, weldra komt er een buitje en trekt de wind sterk aan. Zo staat er het laatste stuk naar Balk toch een flinke golfslag en zitten we toch midden op het meer. Het komt desondanks allemaal goed. Zelfs met Jos.
Na een flinke inspanning hoort er een beloning te volgen, vinden we. En in Balk stappen we uit voor een bezoek aan de bakker. Koffie met een broodje geeft ons inderdaad nieuwe krachten. We horen wel dat de al vroeg vertrokken kanoërs toch naar Sloten gevaren zijn. Zij de elfstedentocht, wij laten het dit jaar bij tien. Helemaal vanzelf ging het niet, naar die elfde stad. Koen, een jonge kerel met een ESKA, een snelle kano, maar met een lekkend spatzeil, schept veel water en moet geholpen worden. En dat gebeurt door Eise Brandsma. Geen echte kanoër en niet bekend met "X-redding", "hielhaak" en "kiwi" - zoek de termen maar eens op. Hij steekt domweg zijn peddel in de lucht en weet zo de aandacht te trekken van een sloep van het bestuur. Tot overmaat van ramp heeft die de burgemeester van gemeente de Fryske Marren aan boord. Die vergunningen voor de volgende keer moeten we maar afwachten.
De tocht over de Luts is een makkie na het woelige water van het meer. De bomen houden alle wind tegen. Het wordt pas weer lastiger als we de Alde Karre naderen, de oversteek naar de Galamadammen. Daar staat de wind pal op onze neus en is het anderhalve kilometer ploeteren. Tijd voor een stop. Daar treffen we vader en zoon Brandsma weer. Ze hebben er extra kilometers opzitten omdat ze wel in Sloten zijn geweest. Een stuk of vijf blijkt later. Eise vindt het nog steeds een vakantie, maar inmiddels wel een zware. Hij begint inte binden.
Het laatste stuk naar Stavoren is winderig en met veel onrustig water. We komen hier de grote boten weer tegen. En die varen of hun leven er vanaf hangt. Wie heeft als eerste een ligplaats in Stavoren. De belangen van de kanoërs zijn daaraan ondergeschikt. In hun ogen ten minste. Eenmaal aangekomen is een kampeerplek gauw gevonden. Stempelen moet in het kantoor van de jachthaven en daarna volgt de gang naar de supermarkt. Een salade, smoothy en broodjes voor morgen. De rest van de avond vul ik met bijkomen.
Woensdag 27 juli 34,4 kilometer naar Bolsward
Het hele kamp lijkt wel steeds vroeger op te staan. Wij zitten ook al vroeg in de boot. Ik met Bart en Roel deze keer. Jos vindt dat hij veel slaap nodig heeft. Het lijkt hem bovendien plezierig met de laatsten te vertrekken. De etappe is weliswaar niet kort, maar we zullen veel minder last hebben van harde wind en ruw water. Opvallend genoeg draait de wind wel met ons mee. Noordwest en later Noord. Weer tegen dus. Het eerste stuk van de route is grotendeels in de luwte en Hindeloopen is snel bereikt. Stempelen moeten we bij het Schaatsmuseum - misschien wel het Mekka van DE elfstedentocht, of is dat toch Bartlehiem? Er staat ook weer koffie met appelgebak klaar. Ook de tocht naar Workum - de volgende stad en stempelpost - valt erg mee. Geen avonturen onderweg. Ter plekke geloven Bart en Roel niet dat ik een bekende Fries ben - het is ook maar ten dele waar - maar ik wordt wel onmiddellijk herkend door de man van de VVV: "Hessel, do hjir?" De heren kiezen bij de plaatselijke vishandel voor kibbeling, ik voor koffie en een broodje.
Na Workum volgt de lange rechte trekvaart naar Bolsward. Met stevige tegenwind, maar ook met een flinke rietkraag. Ik krijg na drie dagen de smaak te pakken en voer het tempo op. Ik kom alleen aan in Bolsward en zit er mijn tent op. Stempelen moet hier in hotel-restaurant de Wijnberg en de supermarkt is praktisch naast de deur. Douches en stroom zijn hier schaars. Pas de volgende ochtend zie ik dat de steiger waar ik aangelegd heb, een aansluiting heeft voor een campingstekker. En die heb ik. Twee jaar geleden als tip van Bart meegekregen. Dan is het stroomleed snel geleden. Weldra zijn smart phone en power bank weer vol. Bart gaat trouwens met zijn geliefde hangmat aan "I love Fryslân" hangen. Heiligschennis? Hij voelde zich vandaag een stuk minder dan de dag ervoor en moest een extra pauze inlassen.
Donderdag 28 juli: 33,1 kilometer naar Franeker
Ik vertrek deze keer heel vroeg. Lang slapen is ook wel erg moeilijk in de kano-community. Ria en Peter zijn al heel vroeg vertrokken. Op weg naar hun huis in Kimswerd. Zij staan daar traditioneel klaar met koffie met een koekje. Ik kies deze keer de originele elfstedenroute via Witmarsum en vertrek met een paar meiden, onder wie Petra. Petra is een kanobeest. Ze heeft twee keer de nonstop kano elfstedentocht voltooid. En die lat licht voor mij te hoog, veel te hoog. Gelukkig kan ik haar bijhouden. Of houdt ze zich in? In ieder geval is ze weer aan het herstellen van wat gezondheidsproblemen. We kletsen ondanks het flinke tempo heel gezellig. Bijna in Kimswerd wil ze een foto nemen en dan kiest haar geheugenkaart het ruime sop. Eenmaal aan de koffie bij Ria en Peter blijkt de laatste nog wel een andere kaart te hebben liggen. Het kost allemaal veel tijd en een uitvoerige uitleg van Peter. Ik vaar dan maar alleen verder naar Harlingen.
In Harlingen tref ik vader en zoon Brandsma weer. En dat komt goed uit. Met de zeer hoge wal kan ik mijn "ocean cockpit" - niet alleen een vakterm, maar ook een flinke handicap voor mij - niet uitkomen. Na enig gepeuter weet ik - geholpen door vader Brandsma - mijn stempelkaart tevoorschijn te halen. Daarna koersen we richting Franeker. Op het Van Harinxmakanaal is het erg druk. Veel scheepvaart. Bovendien - hoe kan het ook anders - is de wind naar het oosten gedraaid. Opnieuw pal tegen. Ik stel vader en zoon voor de route via Achlum te volgen. Vijf kilometer langer, maar veel meer in de luwte. Eise sputtert nog wel tegen. De vakantie wordt steeds zwaarder. Later blijkt dat maar weinigen deze route hebben gekozen. Volgens velen omdat ze het groene bord met Achlum niet gezien te hebben.
We zijn weldra bij de camping of liever het terrein waar de hondenclub zijn dieren traint. Het clubhuis van de kanovereniging Onder de Wadden is nog gesloten. Douchen lukt nog niet. Vader en zoon Brandsma vertrekken naar huis voor een goede nachtrust. Had me ook wel wat geleken. Er zijn trouwens meerdere vader-zoon combinaties: Tom en Dominique Reijchard en Jos en Martijn Goedhart. Allemaal snelle kerels met snelle kano's. Jos heeft een paar weken eerder met zijn vrouw een trektocht door Friesland gemaakt. Hij heeft de eigenaar van het café in Oude Leije aangeraden om vroeg open te gaan als de elfsteden kanoërs passeren. Kan hij flink wat verdienen. Ik heb er mijn hoop op gevestigd. Anders wordt het een lange tocht zonder horeca.
Stempelen moet in de stad en de supermarkt is weer naast de deur. 's Avonds is het haringhappen in de stad, maar ik ben mijn tegoedbon kwijt. Niet echt erg. Toch al niet zo'n liefhebber van vis. Ik blijf lekker op de camping. Pak deze avond voor het eerst een boek. Heb er twee bij me en zou er normaal al drie uit hebben. Ik heb plotseling een leuke en gezellige buurvrouw. Esther. Een Amsterdamse. Ik schat van mijn leeftijd.
Vrijdag 29 juli: 45,3 naar kilometer Dokkum
Deze ochtend ben ik heel vroeg uit de veren. Bijna iedereen trouwens. Behalve Jos Borns dan. Het wordt een lange dag met maar weinig pleisterplaatsen. Ik start rustig, maar ga gaandeweg steeds sneller varen. Ondanks de stevige noordoostelijke tegenwind. Bij de eerst sluis bij Wier kom ik Esther achterop. Ze is met haar companen al aan de andere kant. Terwijl ik aanhet overdragen ben, verdwijnt ze weer uit beeld. Maar vlak voor de tweede sluis heb ik haar opnieuw achterhaald.
Ik stap uit en loop naar het café. Gesloten. Shit. Ik moet naar de WC en besluit weer in te stappen en door te varen naar de jachthaven, 300 meter verderop. Net als ik weer zit, zie ik de caféhouder op de kant. Hij gaat wel open en ik als een speer terug. Ook Roel en vader en zoon Brandsma zijn gearriveerd. Weldra zitten we aan de koffie met appelgebak. De man kan het allemaal maar nauwelijks aan en of we zelf even onze koffie willen inschenken. Ook het gebak heeft een vlekje.
Ik vaar met vader en zoon Brandsma door. Die houden een straf tempo aan en we zijn al gauw in Bartlehiem. In dit Friese Lourdes nemen we even onze petten af. "It brûzet ús troch de bealch." Heins vriendin staat op de kant en neemt foto's.
In Birdaard besluiten we tot een korte pauze in de jachthaven. Helaas is er een hoge oever. Lastig in verband met mijn ocean cockpit. Ik waag het er toch op en ga om. De schade blijft beperkt tot een nat pak. De kuip is snel weer leeg en zo kan ik verder. Wel zit ik kilometers lang in mijn boot mezelf uit te foeteren. Eenmaal in Dokkum ben ik op bekend terrein. Ik ben er geboren. De kortste route brengt me naar de camping en ik arriveer precies gelijk met Esther. Ze wordt opnieuw mijn buurvrouw. Eenmaal op de camping zie ik een appje van Bart. Hij heeft Corona. Heel vervelend voor hem. Hij voelde zich niet goed en is 's ochtends gestopt. Roel arriveert ook al snel. Stempelen moet we bij molen Zeldenrust. De supermarkt is wat verder weg deze keer.
Ik heb het wel een beetje gehad en besluit de volgende dag af te wijken van de route. Ik wil door naar het restaurant in Wijns, voor de koffie met appelgebak. De echte route heeft in dat opzicht niks te bieden. Daarna kunnen we de reguliere route wel weer oppikken. Via het Miedumer diep. 's Avonds is er nog enige bestuurlijke consternatie over het coronageval. Wie wist het het eerst en waarom de anderen niet? De volgende ochtend zullen er zelftesten liggen voor mensen die zich niet goed voelen.
Zaterdag 30 juli: 23,3 kilometer naar Leeuwarden
Ik heb Esther en Roel kunnen ompraten. Het wordt het restaurant in Wijns. Helaas blijkt daar de openingstijd elf uur te zijn en arriveren wij om half elf. De wind was natuurlijk weer gedraaid en stond dus opnieuw tegen. Hoe kan het ook anders. In heel tactisch Fries weet ik de serveerster om te praten en zo zitten we toch al om kwart voor elf aan de koffie met appelgebak.
Uit de foto blijkt dat zich nog twee mensen bij ons gevoegd hebben. Eenmaal op het terras aan het water meldt Esther dat ze wel genoeg gevaren heeft. Ik kan me er wel in vinden. En zo besluiten we de kortste route naar Leeuwarden te nemen. Een kleine zeven kilometer nog. Het zit er bijna op. Na de koffie ishet goed varen. Al snel zijn we bij onze laatste stop, de roeivereniging van Leeuwarden. Volgens onze informatie hebben we alle tijd. Tot er plotseling iemand voor bij komt varen en ons oproept om ons te verzamelen. De intocht is vervroegd naar één uur. Vlug mijn vriendin waarschuwen en als een speer in de kano en op naar de Prinsentuin. Eenmaal daar heb ik al heel snel mijn stempel, de medaille en het prachtige (foto)boek van elfstedenveelvraat Max van den Bout.
Ik weet her en der nog afscheid te nemen van wat mensen, maar weldra ligt mijn kano op de auto. Op weg naar huis voor tweeënhalf jaar rust. Denk ik.
Het elfstedenregister
Iedereen die een elfstedentocht zoals met de kano heeft volbracht, kan zich aanmelden bij mijn elfstedenregister.
De kano-elfstedentocht groep
Iedereen die meegedaan heeft aan of geïnteresseerd is in de tocht kan zich aansluiten bij de gelijknamige groep op Facebook.
Iedereen die meegedaan heeft aan of geïnteresseerd is in de tocht kan zich aansluiten bij de gelijknamige groep op Facebook.
Reacties
Even een kleine correctie op je blog.
"Helemaal vanzelf ging het niet, naar die elfde stad. Koen, een jonge kerel met een ESKA, een snelle kano,"
Zou je dit kunnen ver anderen in
"Helemaal vanzelf ging het niet, naar die elfde stad. Koen, een jonge kerel met de verenigings-kajett, een snelle kano,"
Ik vind dit wel belangrijk omdat de Kajett een prima boot is op veel punten vergelijkbaar met de ESKA, echter bij golven/wind (schuin) van achter moet je weten hoe die boot reageerd, dit wist Koen nog niet en daar is het mis gegaan.
Met vriendelijke groet
Jos Goedhart
jos.goedhart@xs4all.nl